49 - Present perfect + practice listening + A Picture To Remember


Welcome H2d!
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


Welcome H2d!

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
  • Countries and Cultures
  • Homework check 
  •  Sharing experiences: present perfect
  • Practice: present perfect
  • Practice: listening (Woots)

Slide 2 - Tekstslide

Homework check
Getting Started: Ex: 1, 2, 3
B Theme Words: Ex. 10, 11, 12, 13, 14, 15

Slide 3 - Tekstslide

Present Perfect
recap B2
Present Perfect

Slide 4 - Tekstslide

Na deze les kun je:
  • Praten en schrijven over ervaringen in het leven in het Engels ;)
  • Zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu nog resultaat van merkt in het Engels ;)
  • Een paar vuistregels voor het rocken van de luistertoets noemen!

Slide 5 - Tekstslide

Listening
You are going to see a short add for Kiwi Experience
Write down AT LEAST 4 activities you can do with the travel agency. 

Slide 6 - Tekstslide

Experiences
Take at least 3 experiences from the add and write them down as if you would have already been on the journey! 
(and you are telling your English speaking grandma as soon as your home)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Past Perfect
Je gebruikt het om te praten over ervaringen en om te zeggen dat iets is gebeurd waar je nog steeds resultaat van merkt.
They have eaten dinner already. (NL: Ze hebben al gegeten.)

I have been to France twice. (Ik ben twee keer naar Frankrijk geweest.)

Slide 10 - Tekstslide

Present perfect
De Present Perfect is een tijdsvorm die het verleden en het heden verbindt.

In het Nederlands gebruik je een vorm van "hebben" en een voltooid deelwoord: --> Ik heb gegeten
In het Engels: form of to have + past participle
--> 

Slide 11 - Tekstslide

Forms of 'to have'
                                                     have / has
I have
you have
he, she, it has
we have
they have

Slide 12 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
Er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 13 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
enjoy - enjoyed
try - tried

Slide 14 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
 (past participle)
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 17 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:

Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 18 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen tot nu toe:

I have never been to America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • He has eaten at a restaurant.
  • Has he eaten at a restaurant?

Slide 22 - Tekstslide

Ontkenningen maken in de present perfect
zet not meteen achter has/have
vb
  • He has eaten at a restaurant.
  • He has not/hasn't eaten at a restaurant.

Slide 23 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN
  • FOR - (NU) AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • SINCE - SINDS
  • NOT YET - NOG NIET
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • (FOR) HOW LONG? - HOE LANG
FYNE JAS

Slide 24 - Tekstslide

Let's try it! You can do this.

Slide 25 - Tekstslide

I
You
He/She/It
We
You
They
have 
have
have 
have 
have 
has

Slide 26 - Sleepvraag

He ......................... ( play)


A
have played
B
has played

Slide 27 - Quizvraag

I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked

Slide 28 - Quizvraag

Welk werkwoord is ALTIJD aanwezig in de present perfect?
A
do of does
B
am of are
C
have of has
D
was of were

Slide 29 - Quizvraag

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 30 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 31 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 32 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
She was working until late.
B
She worked until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.

Slide 33 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 34 - Quizvraag

Helen ...................................... here for 7 years.
A
have live
B
has lived
C
has live
D
have lived

Slide 35 - Quizvraag

You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk

Slide 36 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog

Slide 37 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years

Slide 38 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 39 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They have not talked to him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 40 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ask

Slide 41 - Open vraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 42 - Open vraag

Present perfect:
I walk to school

Slide 43 - Open vraag

Present perfect:
She breaks a vase

Slide 44 - Open vraag

  1. Emma (never to see)......... this film on TV
  2. How often (she to phone) ...... the office ?
  3. ....... the Millers  .......... (to arrive) yet?
  4. John ..........(not to go ) on a trip to Alaska.
  5.  (they ever to be) ...........to New York?
  6. Andy ...........(not to repair) his sister's bike.
  7. (you to drop)........a knife in the kitchen.
  8. I  ...........(to buy) a new laptop.
  9. ............(to find) his pen yet?
  10. The students ...........(not to forget) their homework
timer
10:00
Klaar? Maak dan de vragen bij A Picture To Remember (hand-out)

Slide 45 - Tekstslide

Write down a sentence with the present perfect

Slide 46 - Open vraag

Je hebt uitleg gehad en geoefend
met de PRESENT PERFECT.
Vertel nogmaals hoe deze tijd eruit ziet.

Slide 47 - Open vraag

Slide 48 - Link

Ik snap het:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Een beetje
D
Bijna

Slide 49 - Quizvraag

Listening
  • Pak je oortjes en plug ze in je laptop
  • Ga naar woots.nl
  • Log in met je Magistergegevens
  • Maak de luistertoets die klaar staat (Kijk- en luistertoets Engels | 2016/2017 | vmbo kb | audiodeel | digitaal)

  • Klaar? Maak dan de vragen bij A Picture To Remember (hand-out)

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Homework
  • Read: A Picture To Remember chapters 7-9
  • Do: ex. 29, 30, 31 of chapter 2 (p. 105-107)
  • Do: ex. 5, 6, 7, 8 of chapter 3 (p. 138-139)
  • Do: ex. 10, 11, 12 of chapter 3 (p. 140-141)

Slide 52 - Tekstslide