8. Nederland en Europa

8. Nederland en Europa
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

8. Nederland en Europa

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
- De woorden van hoofdstuk 8
- Woordenestafette met woorden van H7 en H8 + schrijven
- Contact leggen met persoon voor interview!
- Raadspel over H1 t/m H6
- Party & Taal over H1 t/m H6
- Taboe over H7 en H8
- Spreekles: Efe, Samuel, Isha

Slide 2 - Tekstslide

de woorden...
- Pak je schrift / boek
- Schrijf mee

Slide 3 - Tekstslide

boffen

Slide 4 - Tekstslide

opgroeien

Slide 5 - Tekstslide

beleven

Slide 6 - Tekstslide

de wijngaard

Slide 7 - Tekstslide

terechtkomen

Slide 8 - Tekstslide

hetzelfde

Slide 9 - Tekstslide

het werelddeel

Slide 10 - Tekstslide

het verkeer

Slide 11 - Tekstslide

hectisch

Slide 12 - Tekstslide

schokkend

Slide 13 - Tekstslide

overdrijven

Slide 14 - Tekstslide

goed te doen

Slide 15 - Tekstslide

vooraf

Slide 16 - Tekstslide

de overeenstemming

Slide 17 - Tekstslide

voortaan

Slide 18 - Tekstslide

Hanna is in Engeland
A
opgegroeid
B
geschokt

Slide 19 - Quizvraag

Als je wilt barbecueën is het verstandig om ......... het weer te controleren.
A
vooraf
B
beleef
C
hectisch
D
voortaan

Slide 20 - Quizvraag

De weesjongen is goed ........
A
overdreven
B
terechtgekomen
C
beleefd
D
geboft

Slide 21 - Quizvraag

Azië is het grootste
A
werelddeel
B
verkeer
C
wijngaard
D
beleven

Slide 22 - Quizvraag

Hanna ......... dat ze een leuke baan heeft.
A
beleeft
B
boft
C
schokt
D
terechtkomt

Slide 23 - Quizvraag

Gerard vindt dat Hanna ........
Het is lang niet zo ernstig.
A
schokt
B
boft
C
overdrijft
D
terechtkomt

Slide 24 - Quizvraag

Wat hoop jij nog te .....?
Ik zou graag een wereldreis maken.
A
beleven
B
opgroeien
C
voortaan
D
hectisch

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord bedoel ik?

Bekijk het plaatje en/of de omschrijving
- Welk woord hoort erbij?
- Kies één van de woorden van hoofdstuk 8

Slide 26 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?

Bekijk het plaatje en/of de omschrijving
- Welk woord hoort erbij?
- Kies één van de woorden van hoofdstuk 8

Slide 27 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?

Bekijk het plaatje en/of de omschrijving
- Welk woord hoort erbij?
- Kies één van de woorden van hoofdstuk 8

Slide 28 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?

Bekijk het plaatje en/of de omschrijving
- Welk woord hoort erbij?
- Kies één van de woorden van hoofdstuk 8

Slide 29 - Tekstslide

De auto's, de scooters, de bussen en fietsen op straat

Slide 30 - Open vraag

Hanna maakt iets erger dan het is. Soms is het positief, soms negatief.

Slide 31 - Open vraag

Je maakt het mee.

Slide 32 - Open vraag

Het is erg druk en chaotisch...

Slide 33 - Open vraag

Hanna woonde haar hele leven in Engeland. Wat deed zij daar?

Slide 34 - Open vraag

Woordenestafette H7 + H8

Slide 35 - Tekstslide

1. De politicus klaagt over de hitte.
2. De leerlingen verdiepen zich in de Nederlandse cultuur.
3. Het Nederlandse weer is vaak wisselvallig.
4. Dat de docent alweer ziek is, vind ik opmerkelijk.
5. De dame reageerde heel onverschillig.
6. Je moet je van te voren goed inlezen.
7. Je moet onthouden dat dit de realiteit is.
8. Je hebt zo met mij gespot. Dat kan ik je niet vergeven.

1. boffen
2. opgroeien
3. het verkeer
4. hectisch
5. goed te doen
6. de hitte
7. opmerkelijk
8. de wijngaard
9. overdrijven
10. onverschillig

Slide 36 - Tekstslide

Zinnen maken

Combineer de woorden van de estafette!
Je maakt vijf zinnen.
Lever de zinnen in bij de docent.

Slide 37 - Tekstslide

Stap 2: maak een afspraak
Stuur een berichtje:
Begin met de aanhef.
Stel jezelf voor en vertel waarom je contact opneemt.
Vertel dat het interview telefonisch is of via Teams/zoom.
Doe een voorstel voor een datum en tijd.
Sluit je berichtje goed af.

Slide 38 - Tekstslide

Welk woord bedoel ik?
- Bekijk het plaatje en/of de omschrijving
- Welk woord hoort erbij?
- Kies één van de 80 woorden
- Typ het 
- Wie raad de meeste van de vijftien woorden...?

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Woordweb

Slide 42 - Woordweb

Slide 43 - Woordweb

Slide 44 - Woordweb

Als je in de tuin wilt werken...

Slide 45 - Woordweb

Wat doet de tijger?

Slide 46 - Woordweb

Slide 47 - Woordweb

Goed gedaan!
Je mag .... zijn.

Slide 48 - Woordweb

Slide 49 - Woordweb

Slide 50 - Woordweb

Slide 51 - Woordweb

Slide 52 - Woordweb

Slide 53 - Woordweb

Slide 54 - Woordweb

Party & Taal
- Omschrijven
- Uitbeelden
- Tekenen
- Liplezen

--> Woorden van H1 t/m H6
- We werken in twee teams

Slide 55 - Tekstslide

Taboe
--> Woorden van H7 en H8

- Jullie werken in tweetallen
- Ik omschrijf een woord
- Schrijf op welk woord ik zoek
- Wie de meeste woorden goed heeft, wint... een paasei!

Slide 56 - Tekstslide