Werk (1)

Werken
Aan het einde van de les: 

- Weet je hoe je iemand op je werk (stage) begroet als je binnenkomt.
- Weet je wanneer je wel naar je werk/ stage kunt en wanneer niet.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
stageVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2Leerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werken
Aan het einde van de les: 

- Weet je hoe je iemand op je werk (stage) begroet als je binnenkomt.
- Weet je wanneer je wel naar je werk/ stage kunt en wanneer niet.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begroet je iemand op je werk?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je wel zeggen/doen als je op je werk/stage komt?
A
High five geven
B
'Goedemorgen meneer (of mevrouw)' zeggen
C
'Yo yo Bro' zeggen
D
Hand geven bij binnenkomst

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wees op tijd op je stage/werk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je zo op je werk/stage binnenkomen? (kopieer de link)


https://www.youtube.com/shorts/D8C7vqYLao8
Kun je zo op je werk/stage binnenkomen? (kopieer de link)


https://www.youtube.com/shorts/_wDhXN5yW3c

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

werknemersvaardigheden omgangsvormen
Noem een aantal voorbeelden hoe je netjes bij je stage/werk binnenkomt en hoe je je gedraagt.

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Speel het uit
Speel nu in de klas na hoe je op je werk/stage binnenkomt. 

- bedenk een werkplek waar het zich afspeelt 
- bedenk de sketch (werknemer/werkgever of werknemer/werknemer etc)
- gebruik meubels/materiaal (tafel/stoel, laptop, papieren, verkleedkleren)
- Gebruik de voorbeelden en filmpjes die je eerder hebt gezien, hoe je netjes binnenkomt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kun je wel naar werk/ stage en wanneer niet.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelpijn, koorts, griep
A
ja, wel naar het werk
B
nee, niet naar het werk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoesten/verkouden en geen koorts
A
ja, wel naar het werk
B
nee, niet naar het werk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

klein beetje buikpijn
A
ja, wel naar het werk
B
nee, niet naar het werk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Misselijkheid en diarree
A
ja, wel naar het werk
B
nee, niet naar het werk.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verslapen
A
Eerst nog even bellen met oma
B
nee, niet naar het werk
C
ja, wel naar het werk, maar eerst even bellen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel je vriend/vriendin is ziek thuis (de griep)en vraagt jou om bij haar thuis te blijven helpen
A
ja, wel aan het werk
B
nee, niet naar werk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het sneeuwt. Je kunt niet op tijd op je werk komen, wat doe je?
A
Ja, aan het werk. Je belt naar je werk dat je iets later kan zijn.
B
Iedereen zal wel later zijn door het weer, je komt gewoon wat later.
C
Je blijft thuis als het echt niet anders kan
D
Je gaat weer slapen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slecht geslapen
A
ja, wel naar het werk
B
nee, niet naar het werk

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een afspraak met de tandarts
A
ja, wel aan het werk.
B
nee, niet aan het werk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

- Hoe je iemand op je werk (stage) begroet als je binnenkomt
- Weet je wanneer je wel naar je werk/ stage kunt en wanneer niet.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies