Herhalen H4 - Beweging

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblikken H4
  • maken oefenopdrachten formule
  • Oefenopdracht Anne
  • "Speed-test" 
  • afsluiting les

 


Herhalen H4 - Beweging
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblikken H4
  • maken oefenopdrachten formule
  • Oefenopdracht Anne
  • "Speed-test" 
  • afsluiting les

 


Herhalen H4 - Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Vragen H4

Slide 2 - Tekstslide

Sinterklaas opdracht
Op Classroom staat de Sinterklaas opdracht.
Maak deze in tweetallen.
Na 15 minuten gaan we bespreken.

timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Oefentoets(je)

Slide 4 - Tekstslide

Welke grootheden moet je weten om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
afstand en tijd
D
meter en seconde

Slide 5 - Quizvraag

Mo rijd van huis naar school. Deze rit is 3,5 km lang en duurt 12 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.

A
420 km/h
B
17,5 km/h
C
27 km/h
D
3,4km/h

Slide 6 - Quizvraag

Bij een constante snelheid heeft de snelheid op elk moment dezelfde grootte en richting.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist
Constante snelheid is niet hetzelfde als een eenparige beweging

A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een fietser legt 10 kilometer af in 30 minuten
Wat is zijn gemiddelde snelheid
A
20 km/uur
B
20 km/minuut
C
60 minuut/km
D
1 uur/km

Slide 10 - Quizvraag

Stan rijdt 130 km/h.
Hoeveel m/s is dat?
A
36 m/s
B
468 m/s
C
72 m/s
D
100 m/s

Slide 11 - Quizvraag

Je rijdt 108 km/h.
Wat is de afstand die je aflegt in 1,5 uur ?

A
72 km
B
162 km
C
108 km

Slide 12 - Quizvraag

De topsnelheid van een formule 1 auto is 378 km/h.
Hoeveel m/s is dat?
A
100 m/s
B
1360 m/s
C
105 m/s
D
1853 m/s

Slide 13 - Quizvraag

Welke gaat sneller?
A
12 km/h
B
12 m/s
C
Even snel
D
Dat kan je niet zeggen

Slide 14 - Quizvraag


Tussen welke punten is de snelheid het hoogst
A
A en B
B
B en C
C
C en D

Slide 15 - Quizvraag

Oefenopdrachten formule
  • Maak de oefenopdrachten (Classroom) op papier.
  • Maak  minimaal 3 opgaven uit groen en blauw en minimaal 1 paarse opgave.
  • maximaal 25 min. de tijd hiervoor.

  • Ben je eerder klaar dan de rest begin je met opgave "Anne".
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Oefenopdrachten Anna
  • Maak de oefenopdracht (Classroom) op papier.
  • maximaal 15 min. de tijd hiervoor.
  • Als iedereen klaar is gaan we nakijken.
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

'Speed-test'
  • bedenk 5 proefwerkopgave en schrijf deze op een blaadje met het antwoord erbij; (12 minuten)
  • op het bord verschijnt wie je je vragen gaat stellen;
  • stel aan elkaar de vragen. Is het antwoord goed, geef een compliment. Zo niet, geef dan het goede antwoord; 
  • wacht tot de nieuwe ronde begint en stel weer je vragen. (max. 20 minuten)

Slide 18 - Tekstslide

Voorbereiden op een Toets!
  • Lees de tekst van de paragraaf door;
  • Maak een lijst van de signaalwoorden/begrippen (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
  • Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
  • Maak  opgaven, misschien ook uit de ster-route;
  • Kijk je opgaven goed na, weet wat je goed doet en nog niet goed doet.
  • Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;
  • maak de 'Oefentoets'.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide