1.4 GB2E-VIG1 - Samenhang

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Kennismaking + uitleg vak 
Werkwoordspelling
Moeilijke ww & 1 minuut praten
Tekstsoorten en doelen
Samenhang
Kerstlunch
Kerstvakantie
Kerstvakantie




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Kennismaking + uitleg vak 
Werkwoordspelling
Moeilijke ww & 1 minuut praten
Tekstsoorten en doelen
Samenhang
Kerstlunch
Kerstvakantie
Kerstvakantie




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week:
1. Kan je 5 tekstdoelen benoemen.
2. Herken je aan de tekst welk doel de schrijver had. 
3. Kan je zelf een tekst schrijven en herschrijven volgens een bepaald doel.  

Slide 2 - Tekstslide

De herhaalt heb ik expres fout gedaan. 
Deze week:
Aan het einde van de les kan je:
1. Uitleggen welke twee soorten van samenhang er zijn.  
2. De verschillende functies van inleiding, kern en slot benoemen.
3. Verschillende soorten verbanden herkennen en benoemen binnen een tekst.
4. Met enkel een onderwerp en een lijstje signaalwoorden een eigen tekst schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 5 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 6 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een komma?
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Tussen de delen van een opsomming in een zin en tussen meerdere bijvoeglijke naamwoorden. (Behalve bij en/of).
Wil je koffie, thee of iets anders? Ik heb nieuwe, mooie kopjes om het in te schenken.

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.
Als het goed is, komt Lindsey zo.

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Voor of na de naam komt dan een komma.
Jeroen, kom je zo? / Kom je zo, Jeroen?

Tussen een hoofdzin en een bijzin.                    
Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.
                                                                                Let op voegwoorden: hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar ... (hoeden) Roger zich voor een saaie kerst door zo'n trui te dragen.
A
hoed
B
hoedt
C
hoedde
D
houd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij al aan de kerstman ... (vertellen) wat voor cadeautje je wilt?
A
vertelt
B
verteld

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let trouwens op als die politici ... (debatteren),
het wordt dan een grote slangenkuil.
A
debatteert
B
debatteerd
C
debatteren
D
debatteerden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang
1. Geef een overzicht & Neem de lezer bij de hand
In dit reflectieverslag ga ik u uitleggen hoe het met mij gaat op het werk na twee jaar de verpleegkundige opleiding te hebben gevolgd. Ik ga uitleggen in welk deel van de opleiding ik nu zit, welke verantwoordelijkheden ik heb gekregen, welke twee gebeurtenissen ik iets van heb geleerd, welke verwachtingen ik had van de opleiding en hoe het gaat qua samenwerking met de collega’s op het werk. Door hierop aan het einde te reflecteren probeer ik u een duidelijk beeld te geven van hoe het nu met mij gaat.

2. Maak met het gebruik van koppelwoorden van de tekst een samenhangend geheel. 
Omdat, vanwege, bijvoorbeeld, aangezien, maar, echter, ten eerste, ten tweede, stel je voor
   

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies inleiding, kern en slot

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang in tekst:
Inleiding:
1. Aandachtstrekker
2. Introductie
3. Overzicht

Slot:
4. Samenvatting
5. Conclusie
6. Vraag meegeven aan lezer




Geleerde lessen:
- Je vertelt 3x hetzelfde
- Samenvatting en conclusie lopen in elkaar over
- Aandachtstrekker & vraag meegeven voelen soms raar of ongepast 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd


Opsomming


Tegenstelling

Vergelijking

Oorzaak-gevolg


Doel-middel


Voorwaarde

Samenvattend

als, daarna, eerst, later, nadat, nu, sinds, terwijl, tijdens, toen, totdat,
uiteindelijk, vervolgens, voordat, vroeger, zodra, zolang

bovendien, daarnaast, en, ook, ten eerste ... ten tweede, tevens, verder,
ten slotte

maar, hoewel, toch, echter, aan de ene kant ... aan de andere kant, daarentegen, en dus niet 

evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), zo

als dit/ dan dat, als gevolg daarvan, daardoor, door, doordat, dus, het gevolg is,
het komt door, hierdoor, waardoor, zodat, vanwege, te danken aan, en dus

daarvoor, door middel van, om, met de bedoeling, om dat te bereiken, zodat, opdat, waarvoor

als, indien, mits, tenzij, in (/voor) het geval dat

samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar, dat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Tegenstelling
Het lijkt alsof het gebruik van signaalwoorden niet zo nodig is, maar ze zijn noodzakelijk om binnen een tekst iets duidelijk te maken.

Vergelijking
Of naja, noodzakelijk? Zie het als een boek zonder inhoudsopgave. 

Voorwaarde
Je begrijpt wel waar het over gaat, maar alleen als je er meer tijd in steekt. 

Samenvattend
Kortom, het is voor de lezer een stuk makkelijker als je wel signaalwoorden gebruikt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalblokken
Bouwstenen 3F
4. Samenhang - Lezen & Luisteren - Opdracht 1 t/m 9

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een tekst over één van de volgende zorggerelateerde onderwerpen:
- Opstellen zorgplan
- Dementie en ouderenzorg
- Gehandicaptenzorg
- etc. 

Gebruik minstens één signaalwoord uit de elk van de zes kolommen.


eerst
aanvankelijk
nadat
daarna
later(e)
wanneer 
tegelijkertijd

ten eerste, ten tweede, etc.
daarnaast
bovendien
vervolgens 
ten slotte
zowel ... als
een ander argument
maar
echter
toch
desalniettemin
desondanks
daarentegen
daardoor
waardoor
dat komt door
 als gevolg van
door (dit alles)
op grond van
concluderend
daardoor
hieruit volgt
vandaar dat
uit dit alles blijkt
als
indien
tenzij  
mits  
aangenomen dat
gesteld dat
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wissel dit uit met een klasgenoot en benoem elkaars verband.
 Nog niet overleggen.
1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Tijd
eerst
aanvankelijk
nadat
daarna
later(e)
wanneer 
tegelijkertijd

2. Opsomming 
ten eerste, ten tweede, etc.
daarnaast
bovendien
vervolgens 
ten slotte
zowel ... als
een ander argument
4. Tegenstelling
maar
echter
toch
desalniettemin
desondanks
daarentegen
6. Oorzaak-gevolg
daardoor
waardoor
dat komt door
 als gevolg van
door (dit alles)
op grond van
5. Samenvattend concluderend
daardoor
hieruit volgt
vandaar dat
uit dit alles blijkt
1. Voorwaarde
als
indien
tenzij  
mits  
aangenomen dat
gesteld dat
1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg
Kijk samen naar de antwoorden en wissel uit. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies