In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
1.5 Gegevens verwerken
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Schatten en meten
Schatten Bijvoorbeeld schatten hoe oud meneer van Dijk is.... Of hoe warm het in het lokaal is....
Is niet precies!
Meten is heel precies, wordt altijd een meetinstrument voor gebruikt.
Slide 4 - Tekstslide
Meetinstrumenten. Een instrument om iets mee te meten.
Slide 5 - Tekstslide
Meetinstrumenten
Slide 6 - Woordweb
Grootheid = Wat je meet
Lengte
Tijd
Massa
Volume
Gewicht
Temperatuur
Eenheid = uitgedrukt in
Milimeter, Meter, Kilometer,
Seconde, Uur, Jaar
Gram, Kilogram,
Mililiter, Liter, Kubieke meter
Newton
Graad Celcius
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Miranda wil weten hoeveel kevers er in het gras van een voetbalveld zitten. Zij telt alle kevers op een vierkante meter van het voetbalveld. Miranda is bezig met het maken van een....
A
Schatting
B
Grafiek
C
Steekproef
D
proefvlak
Slide 9 - Quizvraag
Steekproef
In grote groepen kost meten veel tijd.
Onderzoek een kleine groep
Slide 10 - Tekstslide
Een diagram is overzichtelijk
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Teken nu een grafiek
Slide 15 - Tekstslide
Zelf een diagram maken
Gegevens verzamelen
Vul op de volgende sheet je schoenmaat in
Slide 16 - Tekstslide
Welke schoenmaat heb jij?
Slide 17 - Woordweb
Grafiek tekenen
De vaste waardenkomen langs de horiontale lijn (schoenmaat)
De variabele waarden komt langs de verticale lijn? ( aantal met dezelfde maat)
Welk bereik is nodig? (wat zijn de grootste en de kleinste getallen)