Herhaling 8.1 en 8.2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen waar de productie en inkomens laag zijn
D
landen waar armoede heerst

Slide 2 - Quizvraag

In een ontwikkelingsland is er sprake van
A
Veel analfabetisme
B
Weinig analfabetisme
C
Weinig ondervoeding

Slide 3 - Quizvraag

Kenmerken voor een ontwikkelingsland zijn
A
Laag inkomen per hoofd van de bevolking
B
Goede scholing
C
Lage bevolkingsgroei
D
Hoge koopkracht

Slide 4 - Quizvraag

In ontwikkelingslanden is er veel werkgelegenheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

In ontwikkelingslanden is er veel werkgelegenheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Waarom hebben ontwikkelingslanden een slechte ruivoet?
A
Ze produceren alleen landbouwproducten
B
Door prijsschommelingen.
C
Importprijzen dalen, exportprijzen stijgen
D
Importprijzen stijgen, exportprijzen dalen

Slide 7 - Quizvraag

Ontwikkelingslanden kunnen zelf de vicieuze cirkel doorbreken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort waarbij? En ja, sommige zaken zijn inderdaad een beetje dubbel. (maar heb ik geen rekening mee gehouden)
Oorzaak
Kenmerk
Slechte infrastructuur
Hoge geboortecijfers
Analfabetisme
Ondervoeding
Hoge werkloosheid
Monocultuur
Protectiemaatregelen

Slide 9 - Sleepvraag

Een hoog inkomen per hoofd van de bevolking is een kenmerk van ontwikkelingslanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking daalt als..
A
De bevolking sneller groeit dan het nationaal inkomen
B
Het nationaal inkomen sneller groeit dan de bevolking

Slide 11 - Quizvraag

Het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking bereken je door
A
aantal inwoners / nationaal inkomen
B
nationaal inkomen / aantal inwoners

Slide 12 - Quizvraag

Zimbabwe heeft een nationaal inkomen van $641.000.000 en 16.200.000 inwoners. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking
A
$37,92
B
$43.693,43
C
$39,57
D
$52.001,33

Slide 13 - Quizvraag

Waarvoor dient de Wereldbank?
A
Om geld te sparen
B
Ontwikkelingslanden kunnen hier geld lenen
C
Geld uit te lenen aan andere landen

Slide 14 - Quizvraag

De Wereldbank is een onderdeel van...
A
de NAVO
B
de Verenigde Naties
C
de Europese Unie
D
de USA

Slide 15 - Quizvraag

Armoede is vaak onderdeel van een vicieuze cirkel.
Zet de volgende stappen in de goede volgorde zodat een vicieuze cirkel ontstaat. De eerste stap is armoede, wat volgt?
1
2
3
4
5
geen kans op goed werk
geen geld om school te betalen
weinig kennis
geen onderwijs
armoede

Slide 16 - Sleepvraag