7-10

4-10

Wat zijn de drie verschillende soorten vulkanen?

Noem 4 negatieve gevolgen en 1 positief gevolg van een vulkaanuitbarsting

De laatste les voor de toets

De toets gaat over heel hoofdstuk 2 (par. 1 t/m 4)

Wat gaan we doen?

• Je leest van 2.1 t/m 2.4 alle blauwe teksten door.
• Elke keer als je een dikgedrukt woord tegenkomt schrijf je die op en schrijf je de betekenis erachter.
• Per blauwe tekst beantwoord je de vraag: 'Waarom heet deze blauwe tekst zo?'

De eerste doen we samen

• Open je boek op blz 52.
• De blauwe tekst: Leerstof Romeinse veroveringen
• Wat is het eerste begrip? 

Samenvatting H2

Romeinse veroveringen

• De tijd van Grieken en Romeinen: Ook wel de oudheid genoemd, duurde van 3000 v.C. tot 500 n.C.
• Rijk: ...

Romeinse veroveringen:

Antwoord op de vraag: 'Waarom heet dit kopje nou Romeinse veroveringen?'

De laatste les voor de toets

Wat gaan we doen?

• Je leest van 2.1 t/m 2.4 alle blauwe teksten door.
• Elke keer als je een dikgedrukt begrip tegenkomt schrijf je die op en schrijf je de betekenis erachter.
• Per blauwe tekst beantwoord je de vraag: 'Waarom heet deze blauwe tekst zo?'

Iemand in dienst van een bestuur.

1. Ambtenaar
2. Keizer
3. Bondgenootschap
4. Staat

Grote groep mensen

1. Rijk
2. Politiek
3. Volk
4. Oudheid

Godsdienstig leider van een kerkprovincie

1. Bijbel
2. Kerk
3. Paus
4. Bisschop

Het recht om een godsdienst aan te hangen

1. Christendom
2. Godsdienstvrijheid
3. Staatsgodsdienst
4. Thora

Los stuk hard steen waaruit de aardkorst bestaat

1. Aardkorst
2. Aardmantel
3. Aardkern
4. Aardkorstplaat

Manier om de kracht van aardbevingen aan te geven

1. Schaal van Richter
2. Epicentrum
3. Aardkorstplaat
4. Aardbeving

Een vulkaan waar lang niets gebeurt, maar die plotseling kan uitbarsten

1. Actieve vulkaan
2. Slapende vulkaan
3. Dode vulkaan
4. Lava

Vloeibaar gesteente in de aardmantel

1. Lava
2. Kraterpijp
3. Krater
4. Magma