Engels
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Text
Text
Dinsdag
Zaterdag
Woensdag
Zondag
Donderdag
Maandag
Vrijdag
Thursday
Saturday
Sunday
Tuesday
Wednesday
Monday
Vrijdag
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is maandag?
A
Saturday
B
Friday
C
Tuesday
D
Monday
Slide 3 - Quizvraag
What day is today?
Welke dag is het vandaag?
Welke dag is het vandaag?
A
Tuesday
B
Thursday
C
Monday
D
Wednesday
Slide 4 - Quizvraag
What day is it tomorrow?
Welke dag is het morgen?
Welke dag is het morgen?
A
Monday
B
Sunday
C
Friday
D
Thursday
Slide 5 - Quizvraag
How many days are there in a week?
Hoeveel dagen zitten er in een week?
Hoeveel dagen zitten er in een week?
A
Six
B
Seven
C
Eight
D
Nine
Slide 6 - Quizvraag
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December
January
February
March
April
May
June
August
July
September
October
November
December
Slide 7 - Sleepvraag
What month is it?
Welke maand is het?
Welke maand is het?
A
October
B
November
C
May
D
September
Slide 8 - Quizvraag
How many months are there?
Hoeveel maanden zijn er?
Hoeveel maanden zijn er?
A
10
B
11
C
12
D
13
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
The seasons
Winter
Lente
Zomer
Herfst
Winter
Summer
Autumn
Spring
