In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
"Doe het licht uit, want als het licht onnodig brandt kost dit elektrische energie".
De elektrische energie is de energie die een apparaat in een bepaalde tijd gebruikt. De tijd berekenen we in seconde.
De energdie is ook afhankelijk van het vermogen. Hoe groter het vermogen is, des te meer energie het apparaat gebruikt.
Op alle apparaten zit een type plaatje, hierop staat het vermogen.
Het vermogen was de energie in éénn seconde.
De totale energie is dus afhankelijk van het vermogen (in Watt) en de tijd (in seconde).
De energie is het product van het vermogen en de tijd en kun je uitrekenen met de volgende formule:
E = Px t
Bij de berekening maak je gebruik van een kruisschema. In elk vak van het kruis noteer je een rekenstap.
Let op dit moet bij een berekening, doe je dit niet dan houd je 0 punten over bij een toets (hè wat vervelend)
Een apparaat staat in een huis 2 uur te werken. Het apparaat heeft een stroomsterkte van 3 A.