H2 werkwoordspelling: homofone werkwoordsvormen

Homofone werkwoorden
Homofone werkwoorden
werkwoordspelling - klas 2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Homofone werkwoorden
Homofone werkwoorden
werkwoordspelling - klas 2

Slide 1 - Tekstslide

Homofone werkwoordsvormen
Sommige werkwoorden hebben vormen die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden: vind – vindt; gebeurd – gebeurt; kosten – kostten; verraadden – verraden; verwoeste – verwoestte. Weet jij er nog meer? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen gebeurt en gebeurd? Benoem het soort werkwoord en hoe het is ontstaan.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf in 1 minuut zo veel mogelijk homofone werkwoorden op. 
timer
1:00
Homofone
werkwoorden

Slide 4 - Woordweb

Homofone werkwoordsvormen
Om te weten hoe je deze woorden spelt, moet je de regels consequent en correct toepassen. Je kunt de regels in het schema vinden achter in je boek. Het ziet eruit zoals het schema op de volgende dia:


Slide 5 - Tekstslide

Theorie blz. 32
-onderzoek doen
-lijst met vragen 
-korte inleiding met uitleg
-afsluiting met dankwoord
-betrouwbaar

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Homofone werkwoordsvormen
Je weet nu dat je de 'gewone' spellingregels goed moet toepassen op alle werkwoorden. Zo spel je ook werkwoorden correct die heel veel op elkaar lijken qua klank. 

Kijk maar eens of het al lukt:

Slide 8 - Tekstslide

Gera (vinden) haar hbo-opleiding Rechten ontzettend interessant.

Slide 9 - Open vraag

Mijn broertje moet de ..... (verwarren) man helpen oversteken.

Slide 10 - Open vraag

(houden) je broer je hand vast als je in de achtbaan gaat?

Slide 11 - Open vraag

Een 10 halen? Dat is mij nog nooit (gebeuren).

Slide 12 - Open vraag

De pauze (starten) gisteren ineens tien minuten later. Wat vreemd!

Slide 13 - Open vraag

Hoe goed snap je dit onderdeel, homofone werkwoorden, denk je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Aan de slag met huiswerk! 
Maak opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 14 - Spelling. 
Maak de opdrachten in je schrift. 

Succes!

Slide 15 - Tekstslide