Wat: Kies twee van de drie opdrachten (je mag ook een andere proberen als je klaar bent). Maak sowieso de opdracht op basisniveau.
Hoe: Werk zelfstandig of in tweetallen met degene naast je.
Hulp: Gebruik de 4B’s voor hulp
Tijd: Neem 10 minuten om je antwoord te formuleren.
Uitkomst: bespreken binnen de klas
Klaar? Maak blz. 52 & 53