lockdown les 2: Lezen H3

GPW
Lezen H1, 2 en 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

GPW
Lezen H1, 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

les 2
Lezen H3: zoekend lezen

lesdoel
je leert zoekend lezen om snel informatie in een korte tekst te kunnen vinden

Slide 2 - Tekstslide

les 2
  1. opdracht 2 (blz 66) nakijken
  2. opdracht 4 (blz 67) maken
  3. vragen?
  4. huiswerk: opdracht 5 (blz 69) + 6C (NN online)

Slide 3 - Tekstslide

opdracht 2 - nakijken
1 Aan het kopje ‘Kritiek’ (al. 5)
2 B Sinterklaas
3 Je krijgt waarschijnlijk op de laatste vraag geen antwoord, omdat je daarover geen tussenkop vindt. Onder de tussenkop Feest van heiligen en Wijdverspreid vind je de antwoorden op wat Halloween is en waarom het populair is.
4 verbastering is vervorming. In alinea 2 staat dat Halloween komt van All Hallows’ Eve.

Slide 4 - Tekstslide

opdracht 2 - nakijken
5 All Hallows’ Eve (de avond voor/ van Allerheiligen) is de avond voor Halloween. Dat is vermoedelijk verbonden met Halloween.
De Kelten geloofden dat op de avond van All Hallows’ Eve de geesten van gestorvenen bezit konden nemen van de levenden. Wanneer je je als skelet verkleedde zou je de geesten op die manier kunnen misleiden. Op Allerheiligen zouden de geesten van de gestorvenen verdreven zijn.
6 Mensen geven snoep (treat)

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 2 - nakijken
7 Strouken noemt twee redenen: mensen zijn ermee opgegroeid. Het is een gewoonte / traditie. De tweede reden is dat mensen het leuk vinden om zich te verkleden (en even ver van de hectische wereld te zijn)
8 Bejaarden zijn er niet mee opgegroeid, want het is een feest dat nog niet zo lang in Nederland gevierd wordt.
9 Feesten in pretparken (zoals Fright Night in Walibi) en de verkoop van artikelen (zoals pompoenvlaggetjes, nepspinnen en heksenhoeden en kostuums).
10 Redenen waarom mensen kritiek hebben op het Halloweenfeest.

Slide 6 - Tekstslide

theorie
Zo lees je zoekend:
  • bekijk de titel en de tussenkopjes. 
  • kijk naar anders gedrukte woorden.
  • let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk tekst 4 op blz 68
Zo lees je zoekend:
  • bekijk de titel en de tussenkopjes. 
  • kijk naar anders gedrukte woorden.
  • let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt iets aan deze tekst als je wilt weten:
A
of vuurwerk gevaarlijk is
B
wie het vuurwerk uitvonden
C
waarom men met de jaarwisseling vuurwerk afsteekt
D
waar het buskruit vandaan komt

Slide 9 - Quizvraag

in welke volgorde geeft de tekst antwoord op de vragen die in de eerste alinea gesteld worden?
A
in dezelfde volgorde
B
in omgekeerde volgorde

Slide 10 - Quizvraag

Lees de tekst nu helemaal

Slide 11 - Tekstslide

Over het ontstaan van het vuurwerk en het buskruit doen verschillende verhalen de ronde. Wat kan wel met zekerheid vastgesteld worden?

Slide 12 - Open vraag

Het is niet zeker of een Chinese kok het vuurwerk uitvond. Uit welk woord in alinea 3 blijkt dat?
A
salpeter
B
mythe
C
formule
D
alchemist

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is het verhaal van de kok die het vuurwerk in zijn uitvond, moeilijk te geloven?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het verschil tussen het vroegere vuurwerk en het buskruit?
A
vuurwerk knalt harder
B
buskruit knalt harder
C
er is geen verschil

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit dat er met de jaarwisseling niet veel veranderde door de komst van het vuurwerk.

Slide 16 - Open vraag

Om welke redenen steekt met tegenwoordig vuurwerk af?
A
om elkaar te overtroeven
B
om kwade geesten te verjagen
C
voor de kick
D
omdat het niet mag

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kun je uit de tekst opmaken dat de schrijfster niet erg positief is over het afsteken van vuurwek?

Slide 18 - Open vraag

heb je nog vragen over zoekend lezen?

Slide 19 - Woordweb

hoe moet je zoekend lezen?

Slide 20 - Open vraag

huiswerk
1) maak nu zelf opdracht 5 en lever deze in via de classroom
2) ga naar Magister en log in op Nieuw Nederlands online.
Daar staat opdracht 6A klaar om te maken.

Slide 21 - Tekstslide