carnaval quiz 2023 2

Carnaval - de Quiz
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolMBOvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Carnaval - de Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is carnaval?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Carnaval

Slide 5 - Tekstslide

De geschiedenis


Carnaval is een volksfeest dat in februari of maart plaatsvindt. De precieze datum hangt af van Pasen; het carnaval is altijd zeven weken daarvoor. Het is de bedoeling dat je nog even 'uit je dak gaat' en gek doet voordat de vastentijd begint. De vastentijd is een tijd van matiging, eenvoud en bezinning.

Slide 6 - Tekstslide

De geschiedenis

Het carnaval duurt officieel van zondag tot en met dinsdag. Maar in veel steden is er op zaterdag al een carnavalsoptocht
De dinsdag heet vette dinsdag (dan mocht je nog even lekker veel en vet eten voordat het vasten begon) en de woensdag na het carnaval heet Aswoensdag. Vroeger ging iedereen dan naar de kerk om een askruisje te gaan halen. De priester zette dan een askruisje op je voorhoofd. 

Slide 7 - Tekstslide

De naam

  1.   'Carnevale', wat in het Latijn ' vaarwel vlees' betekent. Dus afscheid nemen van het vlees. Tijdens de vastentijd at men geen vlees.

  2. Latijns woord, nl. 'Carrus Navalis'. Letterlijk betekent dit woord scheepswagen. Een schip op wielen. Het was een narrenschip. In het schip zaten narren of zotten. Grappenmakers die de mensen belachelijk maakten. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het doel van carnaval?
A
Gek doen voordat vastentijd begint
B
Ontspannen na de winter
C
Voorbereiden op de zomer
D
Vieren van de lente

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer vindt carnaval plaats?
A
Juli of augustus
B
Oktober of november
C
Februari of maart
D
December of januari

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 13 - Quizvraag

Welke periode komt na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 14 - Quizvraag

Hoe lang duurt de vastenperiode?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen

Slide 15 - Quizvraag

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de naam van de dinsdag tijdens carnaval?
A
Maandag
B
Vette dinsdag
C
Zondag
D
Aswoensdag

Slide 17 - Quizvraag

Waarom ging men vroeger op Aswoensdag naar de kerk?
A
Om te bidden
B
Om te zingen
C
Om te feesten
D
Om een askruisje te halen

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer begint het officiële carnaval?
A
Dinsdag
B
Zaterdag
C
Zondag
D
Maandag

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de letterlijke betekenis van 'Carrus Navalis'?
A
Scheepswagen
B
Narrenschip
C
Vastentijd
D
Grappenmakers

Slide 20 - Quizvraag

Wat deden narren of zotten in het narrenschip tijdens Carnevale?
A
Voeren naar vastentijd
B
Maakten mensen belachelijk
C
Aten geen vlees
D
Speelden muziek

Slide 21 - Quizvraag

Interessante weetjes...
* Prins carnaval draagt op zijn hoofd een steek.

* Een bekende uitspraak met carnaval is 'alaaf'  

* Dansen heet met carnaval 'hossen'

* Een 'carnavalskraker' is een lied

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide