Quiz

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, g, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wer bin ich

Slide 2 - Tekstslide

Wer bist du?
Ik ben ...
Ik ben ... jaar oud.
Ik ben geboren in Nederland.
Ik woon in Nederland sinds...

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie over
Duitsland?

Slide 4 - Woordweb

Ik ben benieuwd wat jij over Duitsland weet. Kies het goede antwoord. Er is maar één antwoord correct.

Slide 5 - Tekstslide

 Start van de les
1. Kom rustig binnen en groet de docent
2. Ga op je plaats zitten volgens de plattegrond
3. Zet je telefoon op stil en doe hem in de tas
4. Leg je spullen klaar:
a) boek/multomap/schrift/pen/ laptop

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens de les 
1. Doe je actief mee met de les
2. Steek je vinger op als je een vraag hebt
3. Geef je aan wanner ik te snel ga
4. Ga je niet naar het toilet

Slide 7 - Tekstslide

Aan het eind van de les 
1. Schrijf je je huiswerk in je huiswerplanner
2. Pak je je tas in wanner de docent dat aangeeft
3. Blijf je zitten op je plek totdat de bel gaat

Slide 8 - Tekstslide

Waarschuwing
1e waarschuwing: ik schrijf je naam op het bord!
2de: een gele kaart!
3de: een rode kaart (uitgestuurd)!
Deze regel geldt ook voor de telefoon!!!

Slide 9 - Tekstslide

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkas

Slide 10 - Quizvraag

.................. is bij uitstek de populairste sport in Duitsland.
A
Voetbal
B
Zwemmen
C
Golf
D
Autorace

Slide 11 - Quizvraag


Hoeveel inwoners heeft Duitsland ongeveer?
A
77 miljoen
B
82 miljoen
C
91 miljoen
D
103 miljoen

Slide 12 - Quizvraag


Hoeveel mensen in Europa hebben Duits als moedertaal?
A
100 miljoen
B
82 miljoen
C
90 miljoen
D
120 miljoen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
bretzel

Slide 14 - Quizvraag

Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
4
B
5
C
11
D
9

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel provincies (= Bundesländer) heeft Duitsland?
A
14
B
12
C
16
D
10

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 18 - Quizvraag

Van boven naar beneden is de Duitse vlag:

A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 19 - Quizvraag

Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling

Slide 20 - Quizvraag

Wie is/was NIET getrouwd met een Duitser?

A
Koningin Juliana
B
Koningin Beatrix
C
Koningin Wilhelmina
D
Koning Willem-Alexander

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn
D
Autoweg

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet deze mevrouw?
A
Marine Le Pen
B
Angela Merkel
C
Alberta Braun

Slide 23 - Quizvraag

Welk gebouw zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
das Brandenburger Tor
C
der Bundestag
D
der Berliner Dom

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg

Slide 25 - Quizvraag

Welke rivier stroomt door Nederland en Duitsland?
A
Maas
B
Donau
C
Rijn

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de telefooncode van Duitsland?
A
+31
B
+42
C
+49
D
+52

Slide 27 - Quizvraag

Duitsland heeft
A
een koning
B
een president

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
D
5

Slide 29 - Quizvraag

Okterberfest is ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 30 - Quizvraag

'bellen' betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 31 - Quizvraag

Welk supermarktketen vind je NIET in Duitsland?
A
ALDI
B
Jumbo
C
Edeka
D
Lidl

Slide 32 - Quizvraag

De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller

Slide 33 - Quizvraag

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikandel met mayo curry en uitjes

Slide 34 - Quizvraag

0

Slide 35 - Video

Wat doen we volgende les?
Duitse ABC  

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide