week 49 eindtoets Tekstsoorten en eerste les Hoofdgedachte & Onderwerp

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

WAT WE DEZE LES GAAN DOEN

1. Eindtoets Tekstsoorten in Taalblokken. 

Je krijgt er één uur de tijd voor.

Ben je eerder klaar, ga dan stil uit het lokaal. 

2. Het tweede lesuur: theorie in Lesson-Up over onderwerp en hoofdgedachte, waaronder twee filmpjes. 

LESDOELEN

1. Je kent het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte

2.  Je kunt het onderwerp en hoofdgedachte vinden

3. Je past dit ook toe bij lees-en luisterteksten

PLANNING

• De Startup

We gaan nu bezig met Bouwsteen 2: Onderwerp en Hoofdgedachte. 

Vóór de kerstvakantie maak je de tussentoets hiervan.

Op de volgende slide staat een quizvraag; daarna komt een filmpje. 

Het onderwerp vind je zeker door te kijken naar:

1. De titel en de tussenkopjes.
2. De illustraties en de bronvermelding.
3. De titel, inleiding en vaak ook nog het slot.
4. De titel en de illustraties.

HOOFDGEDACHTE VINDEN

► het is de kortst mogelijke samenvatting van de tekst.

► je vindt het door de titel, de inleiding en vaak ook het slot te lezen en dan samen te vatten.

► TRUC: het geeft antwoord op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp van de tekst? 

ZELFSTUDIE

Je gaat nu individueel verder. 

Op de volgende slide staat een filmpje. Bekijk deze met je oortjes in. Beantwoord de quizvraag die erna komt. 

Op de geelkleurige slide die daarna komt, vind je de opgaven die je moet maken in Taalblokken ter voorbereiding op de tussen- en eindtoets. 

De hoofdgedachte van dit filmpje is:

1. Amalia wordt 18 jaar en wordt koningin
2. Amalia bezoekt regelmatig een psycholoog
3. Amalia gaat het anders doen dan haar vader
4. Amalia vertelt over haar leven in een boek

TAALBLOKKEN 3F

Taalblokken 3F: Voorbeeld & theorie, alle opdrachten maken

Maak de opdrachten van Lezen en luisteren 3F:

Blz. 1 opgave 1 en 2

Blz. 4 opgave 8 t/m 10

Blz. 6 opgave 14 t/m 16

Blz. 7 opgave 17 t/m 19

Blz. 18 opgave 56 en 58

Blz. 19 opgave 59 t/m 63

►Vergeet de Woordenschat Bouwsteen 1 én 2 niet