Les 28: lijdend voorwerp

Welkom!


  • Grammatica zinsdelen
  •       lijdend voorwerp

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!


  • Grammatica zinsdelen
  •       lijdend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
het onderwerp
B
het werkwoordelijk gezegde
C
de persoonsvorm

Slide 3 - Quizvraag

Een werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit meerdere werkwoorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Hij heeft gisteren zijn pap niet gegeten.
A
hij heeft
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft zijn pap gegeten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Op 2 april zal mijn zus 18 jaar worden.
A
zal
B
worden
C
zal worden
D
zal 18 jaar worden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?


Geertje zag appels in de boom hangen.
A
Geertje
B
zag
C
zag boom
D
zag hangen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Wie is er vanmiddag thuisgebleven?
A
wie
B
is thuisgebleven
C
thuisgebleven
D
is

Slide 8 - Quizvraag


A
ja
B
een beetje
C
alleen met hulp
D
ik snap er niks van

Slide 9 - Quizvraag

Wat weet jij al over het
lijdend voorwerp?

Slide 10 - Woordweb

Opdracht 1
Dunya geeft een presentatie over reclame. Dit is haar hulpbriefje ->

1. Welke twee deelonderwerpen heeft Dunya genoteerd?
2. Bedenk nog een deelonderwerp dat past bij haar onderwerp Reclame.















Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 12 - Tekstslide