Les 2 Hoe werken de hersenen

Het menselijk lichaam
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het menselijk lichaam

Slide 1 - Tekstslide

hoeveel botten heeft een menselijk skelet?
A
85
B
135
C
206
D
323

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 3 - Quizvraag

De hersenen 

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les
kan ik dat verschillende gebieden in mijn hersenen samenwerken doordat zij informatie aan elkaar doorgeven.

Slide 5 - Tekstslide

.

Slide 6 - Tekstslide

Onze hersenen werken daaraan mee. 


Slide 7 - Tekstslide


Hersenen zijn heel belangrijk. Maar hoe werkt dat eigenlijk?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De hersenen bestaan uit heel veel hersencellen (neuronen). Ze staan met elkaar in verbinding. Het zijn een soort supersnelle netwerken.  

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zo'n gebiedje bestaat namelijk uit een groepje cellen (neuronen). Deze groepjes cellen (neuronen) wisselen informatie naar elkaar uit. 
Ze delen stroomstootjes aan elkaar uit.

Slide 12 - Tekstslide

Maar verschillende gebieden geven ook informatie aan elkaar door. Dat gebeurt via lange verbindingen. 

Slide 13 - Tekstslide


Deze kabels (verbindingen) hebben een witte beschermlaag, zodat de informatie supersnel gaat. 

Slide 14 - Tekstslide

Door de kleuren van de cellen en kabels wordt dit ook wel grijze en witte stof genoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

Op die manier werken de verschillende gebieden samen aan een signaaltje om (bijvoorbeeld) weer een stukje verder te trappen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat beschermt de hersenen?
A
Een scooterhelm
B
De schedel
C
Een warme muts
D
Weet ik niet

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je een hersencel?
A
Axon
B
Neutron
C
Neuron
D
Zenuw

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Er kan ook iets mis gaan. Door bijvoorbeeld een klap op je hoofd. 

Slide 21 - Tekstslide

Hierdoor kunnen verbindingen kapot gaan. Wat hersenaandoening heet. Dan krijg je misschien moeite met praten of bewegen.

Slide 22 - Tekstslide

We kijken klokhuis: de hersenen.

Slide 23 - Tekstslide

Even herhalen
Je hersenen zijn het meest interessante en ingewikkelde orgaan wat je hebt. De hersenen bestaan uit heel veel hersencellen (neuronen) die met elkaar in verbinding staan door supersnelle netwerken.  

Slide 24 - Tekstslide

De hersenen deel 2

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Even herhalen
Je hersenen zijn het meest interessante en ingewikkelde orgaan wat je hebt. De hersenen bestaan uit heel veel hersencellen (neuronen) die met elkaar in verbinding staan door supersnelle netwerken.  

Slide 28 - Tekstslide

De grote hersenen
De grote hersenen (cerebrum of telencephalon).
Dit is het bovenste en grootste deel dat de structuur van een walnoot heeft. Dit deel regelt het denken, zien, spreken, voelen, ruiken en proeven. Het regelt onze emoties, gedrag en ons bewustzijn, maar ook de aansturing van spieren.

Slide 29 - Tekstslide

De kleine hersenen
De kleine hersenen (cerebellum).
Dit deel ligt tegen de grote hersenen aan en regelt onze bewegingen door de coördinatie van spieren aan te sturen.

Slide 30 - Tekstslide

De hersenstam
De hersenstam.
Dit is het onderste stukje van de hersenen dat het ruggenmerg met de hersenen verbindt. De hersenstam regelt lichamelijke processen als de spijsvertering, ademhaling, bloedsomloop, slapen & wakker worden, bewustzijn en de reflexen.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

De linker en rechter hersenhelft

Slide 34 - Tekstslide

De linkerhersenhelft is blauw en de rechterhersenhelft is rood.

Slide 35 - Tekstslide

De verschillende helften werken vaak samen maar kunnen onafhankelijk van elkaar functioneren. Bij veel mensen is één van de helften dominant, meestal is dat de linkerhersenhelft. Bij de meeste mensen ligt in de linkerhersenhelft ook het spraakcentrum.

Slide 36 - Tekstslide

De linkerhelft van de hersenen bestuurt de rechterkant van het lichaam en zorgt dat je ziet wat er rechts van je is. Daarnaast bevat de linkerhelft de hersendelen voor taal, analyse en voor logisch nadenken.

Slide 37 - Tekstslide

De rechterhelft van de hersenen bestuurt de linkerkant van het lichaam en zorgt dat je ziet wat er links van je is. Deze helft bevat onder andere de hersendelen voor de emoties, de fantasie, ruimtelijke waarneming en de intuïtie.

Slide 38 - Tekstslide

We hebben lang gedacht dat één gebiedje voor één ding zorgt. En zo'n gebiedje is inderdaad belangrijk. 

Slide 39 - Tekstslide