Les 4 Vitaminen

Voedingsleer II - les 4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer II - les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Vocht
Week 2: Vezels en alcohol
Week 3: Zoetstoffen en e-nummers
Week 4: Vitaminen
Week 5: Mineralen
Week 6: Spoorelementen + herhaling / oefentoets
Week 7: Toets


Afsluiting: theoretische toets (deze vindt plaats in week 7 i.p.v. week 8)

Slide 2 - Tekstslide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
  • Herhaling vorige week
  • Theorie vitamines 
  • Puzzel vitamines 
  • Casussen
  • ADH en RI

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn e-nummers?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies kunnen e-nummers
hebben in een product?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen hebben geen e-nummer?

Slide 6 - Open vraag

Geur- en smaakstoffen
Er zijn goede en slechte e-nummers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We kunnen zoetstoffen op verschillende manieren onderscheiden. Op welke manieren is dit?

Slide 8 - Open vraag

Op basis van: 
  • Energetische waarde:
    - Voedende zoetstoffen (leveren energie)
    - Niet-voedende zoetstoffen (leveren geen energie (aspartaam, stevia, sucralose, acesulfaam-K))
  • Oorsprong
    - Natuurlijke zoetstoffen (honing, ahornsiroop, agavesiroop, stevia)
    - Kunstmatige zoetstoffen (aspartaam, cyclamaat, sucralose)
  • Chemische structuur
    - Suikeralcoholen (polyolen): Xylitol, erythritol, mannitol)
    - Zoetstoffen met intensieve zoetkracht ( sacharine, aspartaam, sucralose)
Welke stelling is juist?
A
Niet-voedende zoetstoffen zijn kunstmatig en hebben een hoge zoetkracht, terwijl voedende zoetstoffen vaak suikeralcoholen zijn met een lage zoetkracht.
B
Voedende zoetstoffen hebben een hoge relatieve zoetkracht, terwijl niet-voedende zoetstoffen een lage zoetkracht hebben.
C
Voedende zoetstoffen dragen nauwelijks bij aan de energie-inhoud van voedsel, terwijl niet-voedende zoetstoffen veel calorieën bevatten.
D
Niet-voedende zoetstoffen verlagen de kans op tandbederf, terwijl voedende zoetstoffen dit juist verhogen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met een hoge relatieve zoetkracht?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Jij kunt de functie van vitaminen in het menselijk lichaam toelichten
  • Jij kunt de ADH van vitaminen opzoeken en vaststellen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitaminen ken je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indeling vitamines
  • Er zijn 13 vitamines
  • Ieder een specifieke functie.
  • Er zijn 2 hoofdgroepen: vet oplosbare vitamines en in water oplosbare vitamines.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de in water oplosbare vitaminen?
A
Vitamine A en Vitamine D
B
Vitamine E en vitamine K
C
Vitamine B en Vitamine C
D
Vitamine B en vitamine D

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vetoplosbare vitamines

Vitamine A
Vitamine D
Vitamine E
Vitamine K

Ezelsbruggetje: 
Deze vitamines houden niet van water dus blijven ze liever op de KADE
Wateroplosbare vitamines

Alle B-vitamines
Vitamine C

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vetoplosbare vitamines: zitten voornamelijk in het vet van voedingsmiddelen en kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen. 

Wateroplosbare vitamines: Zitten in het vocht dat in voedingsmiddelen zit. Het lichaam kan deze wateroplosbare vitamines niet goed opslaan; een teveel verlaat het lichaam via de urine. 
Hoe krijg je het binnen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een vitamine?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Chemische verbindingen
  • Onmisbaar voor het lichaam
  • Rol bij de groei, herstel en goed functioneren van het lichaam
  • Goede gezondheid
  • Essentiele voedingsstof! 

De functie van vitamines

Slide 18 - Tekstslide

Vitamines zijn chemische verbindingen die onmisbaar zijn voor het lichaam. Ze spelen een rol bij de groei, het herstel en het goed functioneren van het lichaam. Ook zijn ze belangrijk voor een goede gezondheid. Vitamines komen van nature voor in onze voeding. Het lichaam maakt ze niet of onvoldoende zelf.
Opdracht
  • Maak groepjes van 3 personen
  • Maak de puzzel die je van de docent krijgt
  • Zorg ervoor dat bij elke vitamine de volgende gegevens komen: 
    - Juiste naam
    - Vet of water oplosbaar
    - Functie in het lichaam
    - Producten waar de vitamine in zit 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1
Mevr. de Koning is 28 jaar en woont samen met haar man. Ze heeft een administratieve baan en doet aan fitness. Medicijnen slikt ze niet. Op dit moment is mevrouw 23 weken zwanger van haar eerste kindje. Mevr. heeft last van een verminderde eetlust en is erg vermoeid. Tijdens de 20 weken echo is bij haar kindje geconstateerd dat het een open ruggetje (spina bifida) heeft. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitamine heeft mevrouw te weinig tot zich genomen?

Slide 21 - Open vraag

Vitamine B11
Casus 2
Mevr. Jansen is 35 jaar. In het dagelijks leven staat ze voor groep 4 van de basisschool. In haar vrije tijd wandelt en fietst ze veel. Al een tijdje ervaart zij tintelingen in haar handen en heeft ze een dof gevoel in handen en voeten. Tevens heeft ze bij het lopen het idee dat ze soms wat uit evenwicht is. De laatste tijd durft ze mede hierdoor niet meer op de fiets te stappen en is snel kortademig. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitamine heeft mevrouw te weinig tot zich genomen?

Slide 23 - Open vraag

Vitamine B12
Casus 3
Mevrouw Burger-Hoensma is 72 jaar. Mevrouw geniet sinds 10 jaar van haar pensioen. Ze doet zelf het huishouden, koken en de boodschappen. 5 jaar geleden is haar man overleden. Om de tijd door te komen is ze graag in de tuin bezig, houdt ze van puzzelen en kijkt ze graag televisie. Elke ochtend doet ze mee aan Nederland in Beweging. Ook gaat mevrouw er graag op uit, een dagje weg of eventjes naar de markt. In de afgelopen jaren heeft mevrouw wat ongelukjes gehad. In 2018 had ze haar heup gebroken, in 2020 haar pols en in 2021 brak ze haar teen. Ze merkt dat haar spieren wat zijn verzwakt. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitamine heeft mevrouw te weinig tot zich genomen?

Slide 25 - Open vraag

Vitamine D
Casus 4
Anton is 64 jaar en is een zware alcoholist. Naast last van geheugenverlies is hij erg mager, heeft hij last van zijn gewrichten en voelt zich erg vermoeid. Daarnaast ervaart hij veel last van bloedend tandvlees.








Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitamine heeft meneer te weinig tot zich genomen?

Slide 27 - Open vraag

Vitamine C
Een vitamine overschot kan voorkomen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vitamine overschot
  • Bij gevarieerd eten komt een gevaarlijk hoge inname niet voor;
  • Lange tijd voedingssupplementen met hoge doseringen
  • Heel veel voedingsmiddelen waaraan extra vitamines zijn toegevoegd
  • Vitamine A: als je veel lever of leverproducten eet

ADH of RI van voedingssupplementen


Slide 29 - Tekstslide

Op het etiket staat hoeveel procent van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH of RI (referentie inname)) erin zit. Neem supplementen waar niet meer dan 100% inzit. En neem nooit meer dan de aanbevolen dosering die op het etiket staat.

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Jij kunt de functie van vitaminen in het menselijk lichaam toelichten
  • Jij kunt de ADH van vitaminen opzoeken en vaststellen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies