Economie 3.4

Planning
- Huiswerk
- vreemde valuta
- Provisie
- Oefenen met vreemde valuta & provisie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
- Huiswerk
- vreemde valuta
- Provisie
- Oefenen met vreemde valuta & provisie

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
- Maken t/m opgave 46
- Afbeelding blz. 85 belangrijk
- Je moet kunnen aangeven welk woord bij de pijlen hoort (opgave 44)

Slide 2 - Tekstslide

Banken doen meer
- je kunt bij een bank geld lenen
- maar ook vreemde valuta wisselen
- Maar wat is vreemde valuta?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Met de euro kan je betalen binnen de eurozone. ga je naar een land buiten de eurozone, dan kan je niet meer met de euro betalen. landen buiten de Eurozone hebben allemaal verschillende munten. In Japan betalen ze met de Yen. Kan jij nog een andere geldsoort buiten de eurozone opnoemen?

Slide 5 - Open vraag

De wisselkoers
- De wisselkoers geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

- Ga je vreemde valuta kopen? Dan gebruik je de lage koers
- ga je vreemde valuta verkopen? Dan gebruik je de hoge koers
- Je gebruikt dus de koers in jouw voordeel.

Slide 9 - Tekstslide

je wilt Amerikaanse Dollars kopen. Gebruik je de hoge of lage koers?
A
De hoge koers
B
De lage koers

Slide 10 - Quizvraag

Je wilt Japanse Yens kopen, gebruik je de hoge of lage koers?
A
De lage koers
B
De hoge koers

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt van een vakantie naar Amerika $100 over. je wilt deze verkopen aan de bank, maak je gebruik van de hoge of lage koers?
A
De lage koers
B
De hoge koers

Slide 12 - Quizvraag

Je komt terug van een vakantie uit Japan. Je levert je overige 800 Japanse yens in bij de bank. Moet je de hoge of lage koers gebruiken om uit te reken hoe veel euro's je hiervoor krijgt?
A
De lage koers
B
De hoge koers

Slide 13 - Quizvraag

- Je wilt voor een reis naar Marokko €250 besteden. Hoe veel Dirhams kun je voor dit bedrag kopen?
- Ga je  vreemde valuta kopen of verkopen?
- kies je de hoge of lage koers?

Slide 14 - Tekstslide

- Hoe veel Marrokkaanse Dirhams krijg je voor 1 euro?
- Hoe veel Marrokkaanse Dirhams krijg je voor €250?

Slide 15 - Tekstslide

- Je komt terug van je vakantie uit Denemarken en hebt 300 Deens kronen over. Deze lever je in bij de bank
- Ga je vreemde valuta kopen of verkopen aan de bank?
- gebruik je de hoge of lage koers?
- Voor 7,48 Deens kronen krijg je 1 euro.
- Hoe veel euro krijg je voor 300 Deens kronen?

Slide 16 - Tekstslide

Provisie
- Bij het omwisselen van vreemd geld betaal je ook nog een vergoeding voor de diensten van de bank. Die vergoeding noem je provisie of transactiekosten. 

Slide 17 - Tekstslide

- Je komt terug van je vakantie uit Denemarken en hebt 300 Deens kronen over. Deze lever je in bij de bank
- Ga je vreemde valuta kopen of verkopen aan de bank?
- gebruik je de hoge of lage koers?

- Voor 7,48 Deens kronen krijg je 1 euro.
- Hoe veel euro krijg je voor 300 Deens kronen?
- de bank rekent 2% provisiekosten.
- Je zou eigenlijk...... euro ontvangen voor je Deens kronen (zonder rekening te houden met provisie)
- Maar de bank snoept daar nog 2% provisiekosten vanaf.

Slide 18 - Tekstslide

- Na een rondreis door Polen heeft Willem nog 150 Poolse Zloty's over. Deze Zloty's gaat Willem bij de bank inwisselen voor Euro's. De bank rekent 2% provisie.

- gaat Willem Vreemde valuta kopen of verkopen?

- Voor........Poolse Zloty's krijgt Willem 1 euro

- Hoe veel euro krijgt Willem voor 150 Poolse Zloty's? (je hoeft nog geen rekening te houden met provisie)

- De bank rekent nog 2% provisie. Hoe veel euro ontvangt Willem uiteindelijk?



Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
- Opgave 47 t/m 52

Slide 20 - Tekstslide