Verschillende verbanden 4KB

Verschillende verbanden
  • Lineaire verbanden
  • Kwadratische verbanden
  • Exponentiële verbanden
  • Wortelverbanden
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verschillende verbanden
  • Lineaire verbanden
  • Kwadratische verbanden
  • Exponentiële verbanden
  • Wortelverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Lineair verband 
  • startgetal
  • hellingsgetal
  • stapgrootte
  • de tabel bij een lineair verband
  • de grafiek bij een lineair verband
  • de formule bij een lineair verband

Slide 2 - Tekstslide

Geen lineair verband
Lineair verband

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe ziet de formule van een lineair verband eruit?
A
y=hellingsgetal+xstartgetal
B
y=hellingetalx+startgetal
C
y=startgetalx+hellingsgetal
D
y=startgetal+hellingsgetalx

Slide 4 - Quizvraag

Lineair verband
Een lineair verband herkennen
(Tabel en grafiek tekenen bij een lineair verband)

Slide 5 - Tekstslide

Formule bij een tabel maken

Stap 1: Bereken het hellingsgetal.

De tijd gaat van 1 naar 3, dus dat is 2 dagen.

De hoogte gaat van 5 naar 9, dus daar komt 4 cm bij.

Het hellingsgetal per dag is dan 4 : 2 = 2

Stap 2: Bereken het startgetal.

Het startgetal is aan het begin, dus als de tijd op 0 nul staat.

Na 1 dag is de hoogte 5 cm, dus dan is de hoogte aan het begin 5 - 2 = 3

Stap 3: Schrijf nu de formule op

H = 3 + 2t                                                                          controle: Na 6 dagen is de hoogte 3 + 2 x 6 = 15 cm!

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het startgetal?
A
-1
B
2
C
0
D
-2

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het startgetal?
A
0
B
3
C
4
D
2

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het startgetal?
A
60
B
20
C
40
D
1

Slide 9 - Quizvraag

Wat weet je van het hellingsgetal van de grafiek hiernaast?

Het hellingsgetal .....
A
> 0
B
< 0

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal?
A
+100
B
+50
C
+20
D
+120

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal?
A
8
B
12
C
4
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Kwadratisch verband
  • de top bij een kwadratisch verband
  • de symmetrieas bij een kwadratisch verband
  • de grafiek bij een kwadratisch verband
  • de tabel bij een kwadratisch verband
  • de formule bij een kwadratisch verband

Slide 17 - Tekstslide

Kwadratisch verband

Slide 18 - Tekstslide


Welke formule heeft een kwadratisch verband?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Kwadratische verbanden

Slide 20 - Tekstslide

Parabool:
Top:


Symmetrie-as:

(x,y)
x=.....

Slide 21 - Tekstslide

Welke hoort er op de puntjes bij dit kwadratische verband?
x
0
1
2
3
y
4
10
20
...
A
30
B
34
C
40
D
26

Slide 22 - Quizvraag


Wat voor parabool is dit?
A
Dalparabool
B
Bergparabool

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de top van de rode parabool A?
A
(2, 2)
B
(-2, -2)
C
(0, -4)

Slide 24 - Quizvraag

welke formule hoort bij de symmetrie - as van deze parabool?
A
a=3
B
h=3
C
a=0
D
h=0

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Exponentiële formule
Als een aantal ieder jaar met hetzelfde aantal % groeit/krimpt, maken we gebruik van exponentiële formules.

Slide 32 - Tekstslide

Exponentiele formules maken
Schrijf de formule op die hoort
bij de tabel hiernaast.

Stap 1: Het begin getal is 5.
Stap 2: De groeifactor is 3. Want 15 : 5 = 3 en 45 : 15 = 3 en 135 : 45 = 3 enz.
Stap 3: De formule is dus: A = 5 x 3t  

Controle: 5 x 3⁰ = 5      5 x 3¹ = 15      5 x 3² = 45     Dus, het klopt!        

Slide 33 - Tekstslide

Groeifactor bij percentage
Van procenten naar groeifactor
Toename:
(100% + toename) : 100 = groeifactor
toename van 5,4%
100 + 5,4 = 105,4 : 100 = 1,054

Afname:
(100 - afname) : 100 = groeifactor
afname van 6,1% 
100 - 6,1 = 93,9 : 100 = 0,939


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wortelverbanden


In deze formule zie je een wortel-teken. Daarom is dit een wortelverband.

Bij een wortelverband kun je een grafiek tekenen. De grafiek is een vloeiende kromme.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide