Nederlands Perron 3 Bijvoeglijk naamwoord

Nederlands (week 22) 
Perron 3
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands (week 22) 
Perron 3
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Agenda

 
week 25 toetsweek -> toets perron 3 

Slide 2 - Tekstslide

Het voorzetsel
  • korte woordjes
  • voor of achter een zn en lw
  •  ... de kast
  • Voorbeelden:
  • Op, in, naar, tegen, achter, onder, voor, tijdens, met, zonder, na, te

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel deze week:
Aan het einde van de les kun je bijvoeglijke naamwoorden herkennen en correct gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord


- het spannende boek

- een spannend boek'

- het boek is spannend

Slide 5 - Tekstslide

ZELFSTANDIG NAAMWOORD




Mensen
docent, meisje, secretaresse, voetballer, bouwvakker, schoonheidsspecialist, bakker...
Dieren
Ezel, lieveheersbeestje, slang, tor, hond, muis, oxelot...
Planten/natuurverschijnselen
Zonnebloem, orkaan, regenbui, zonneschijn, eik, beukenboom...
Dingen/gevoel
Tafel, schrift, fiets, kaasschaaf, geluk, liefde, haat, honger...
(Eigen) namen
Robin, Karel, Mees, Praxis, Amsterdam, Eiffeltoren, Jansen...

Slide 6 - Tekstslide

STOFFELIJK

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD


- het gouden horloge

- een papieren tas

de zijden bloemen

- de houten tafel


Slide 7 - Tekstslide

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD VAN EEN WERKWOORD


 (verven) - het geverfde huis

(ontdooien) - de ontdooide maaltijd

(ontwerpen) - het speciaal ontworpen toestel

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de grijze afvalbak.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Het was een (druk) bedoening in het Vondelpark.
A
druk
B
druke
C
drukke

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Dat meisje droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden

Slide 12 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme

Slide 13 - Quizvraag

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 14 - Quizvraag

Hoe goed begrijp jij het bijvoeglijk naamwoord?
0100

Slide 15 - Poll

Huis/Thuiswerk voor maandag 7/6

Nieuwsbegrip tekst lezen over "NOG WEINIG VOETBALKOORTS VOOR EK 2021" en maken de actief lezen les + de woordenschatles.
Perron 3 blz. 46 Opdracht 10, 11, 12
Perron 3 blz. 48 opdracht 14, 15

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie
Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kun je voorzetsels en bijvoeglijke naamwoorden herkennen en correct gebruiken.
Hoe ging de les? Wat kan er anders?

Slide 17 - Tekstslide