acheter quelque chose 22/1

programme
  • On parle au camping!
  • On révise le vocabulaire de la nourriture
  • On révise les nombres

1. Exercices 3 et 4 page 23 (les  nombres), de links zijn op Magister (studiewijzer of huiswerk van vandaag)
2. Schrijf rol B page 28 in het Frans in je schrift

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programme
  • On parle au camping!
  • On révise le vocabulaire de la nourriture
  • On révise les nombres

1. Exercices 3 et 4 page 23 (les  nombres), de links zijn op Magister (studiewijzer of huiswerk van vandaag)
2. Schrijf rol B page 28 in het Frans in je schrift

Slide 1 - Tekstslide

Je begroet, heeft u nog een plekje vrij?
Ik zou graag een plek voor 3 nachten voor 4 personen en een hond,
niet ver van de douches, svp.
Het is op naam van ........................................ (je spelt je naam)
Hoe laat gaat het zwembad dicht? 
Ik zoek de bakker

iets later
wij hebben een probleem, het is vervelend.... je vertelt het probleem
en wij hebben een ander probleem....je vertelt het probleem, je bent geïrriteerd en vraag om iets eraan te doen.
je neemt afscheid

Slide 2 - Tekstslide

A2B

Slide 3 - Tekstslide

a2C

Slide 4 - Tekstslide

Les nombres
0 zéro
10 dix
20 vingt
30 trente
40 quarante
50 cinquante
60 soixante

Slide 5 - Tekstslide

20 vingt
21 vingt-et-un
22 vingt-deux
23 vingt-trois
24 vingt-quatre
25 vingt-cinq
26 vingt-six
27 vingt-sept
28 vingt-huit
29 vingt-neuf
30 trente

30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40

Slide 6 - Tekstslide

de getallen van 70 t/m 100

Slide 7 - Tekstslide

70, 80, 90, 100
  • 70  = 60 + 10        = soixante-dix
                                     en dan tel je door met elf, twaalf, dertien...soixante et onze
  • 80  = 4 x 20          = quatre-vingts
                                    en dan tel je door met één, twee, drie, ...
                                     let op 81 zonder et = quatre-vingt-un
  • 90  = 4 x 20 + 10  = quatre-vingt-dix
                                     en dan tel je door met elf, twaalf, dertien
                                     let op 91 zonder et = quatre vingt-onze
  • 100                          = cent

Slide 8 - Tekstslide

Combien ça coûte?  ça fait.....   euros.......
1.
2. 
3. 
4. 
5. 

Let op 10 cents = dix centimes.

Slide 9 - Tekstslide

programme
  • On parle au camping!
  • On révise le vocabulaire de la nourriture
  • On révise les nombres

1. Exercices 3 et 4 page 23 (les  nombres), de links zijn op Magister (studiewijzer of huiswerk van vandaag)
2. Schrijf rol B page 28 in het Frans in je schrift

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Taaldorp
thema 2: acheter quelquechose pages 19-29

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link