herhaling 3.3 en 3.4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Herhaling 3.3 en 3.4

horen, ruiken en proeven

Het oor

GELUID

gehoorgang --> trommelvlies --> gehoorbeentjes --> slakkenhuis --> gehoorzenuw

Onderdelen van het oor 

Hamer, aambeeld en stijgbeugel

Wat is geluid?

1. Geluid is een trilling, een golf zoals light.
2. Geluid is energie
3. Geluid is een kracht
4. Geluid is een deeltje zoals water

1. Het geluid wordt hoger
2. Het geluid wordt harder
3. Het geluid wordt lager
4. Het geluid wordt zachter

Welke geluiden kun je horen?

• lage toon lucht trilt minder vaak per seconde dan bij een hoge toon

• bij mens is de laagste toon = 20 Hertz = onderste gehoorgrens

      hoogste toon van 20.000 Hertz = 

       bovenste gehoorgrens

• gebied tussen beide gehoorgrenzen = gehoorbereik

Waar komt geluid het eerste?

1. Slakkenhuis
2. Gehoorgang
3. Trommelvlies
4. Trommelholte

Op welk moment hoor je geluid echt?

1. Als geluid het oor in gaat
2. Als het geluid tegen het trommelvlies aan komt
3. Als geluid in het slakkenhuis is gekomen
4. Als de impuls van de gehoorzenuw in de hersenen is aangekomen

Umani: hele tong = 

smaakversterker

Waarmee ruik je?

Lucht-> Neusholte-> Reukzintuig -> Hersenen

Neus, tong en hersenen werken samen

0

Bij proeven werken geur- en smaakzintuigen samen

1. Goed
2. Fout

Proeven valt onder het levenskenmerk .......?

1. Uitscheiden
2. Ademen
3. Groeien
4. Reageren op prikkels

Goed of fout.
Zonder reukorgaan is proeven niet mogelijk.

1. goed
2. fout

Wat is geen prikkel?

1. Warmte
2. Ruiken
3. Geluid
4. Licht

Hoe kan je voedselbederf herkennen?

1. ruiken
2. smaak
3. uiterlijk
4. als je er ziek van wordt

Ruiken met de tong komt voor bij

1. amfibieën
2. reptielen
3. mollen
4. uilen