Debatteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Debatteren

Debatteren

Les 1

Lesdoelen

• Je leert bij debatteren je eigen mening te onderbouwen en goed onder woorden te brengen.
• Je leert ook kritisch te luisteren en je te verplaatsen in de gedachten van anderen.
• Je leert anderen te overtuigen.

Waar denk je aan bij het woord 'debatteren'? Schrijf dit in 3 steekwoorden op.

1.  Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert. 
   
2.  Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen. 
   
3.  De jury bepaalt welke partij gewonnen heeft.

Regels tijdens het debat:

1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.

2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.

3. Je gebruikt geen scheldwoorden

4. Blijf bij de stelling

5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon

6. Je lacht een ander niet uit

Wat is een goede stelling?

Een goede stelling:

• bevat geen ontkenning
• bevat geen argumenten
• is kort en bondig
• is interessant voor voor- en tegenstanders

Welke stelling is niet goed geformuleerd

1. Wietteelt moet gelegaliseerd worden
2. Gamen is slecht voor je
3. Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken
4. Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Bedenk samen met je buurman of buurvrouw een prikkelende stelling.

Voorbereiden

• Ga in je groepje zitten (4 groepen)
• Kiezen wie de openingsspeech en de slotspeech gaat geven
• 15 min: openingsspeech voorbereiden en argumenten bedenken, alle groepen 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

Stellingen:

Groep 1 (voor) en 2 (tegen): 
1. "Alleen orgaandonoren mogen donororganen ontvangen." 

Groep 3 (voor) en 4 (tegen): 

2. "De gegevens van jongeren die online pesten, moeten gepubliceerd worden"

Groep 1 (voor) en 2 (tegen): 

3. "Om kansen gelijkheid te bevorderen moeten bedrijven die bijlessen geven, worden gesloten."

Groep 3 (voor) en 4 (tegen): 
4. "Softdrugs moeten worden gelegaliseerd." 

Stellingen:

Stellingen:

Groep 1 (voor) en 2 (tegen): 

5. "Asielkinderen die minimaal vijf jaar in Nederland zijn moeten een verblijfsvergunning krijgen"

Groep 3 (voor) en 4 (tegen): 

6. "Een uur bewegen per dag moet standaard in het lesprogramma op het voortgezet onderwijs"

1.  Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert. 
   
2.  Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen. 
   
3.  De jury bepaalt welke groep gewonnen heeft.

Opstelling

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech voorstanders 

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders 

Jury aan het woord