Je gaat deze les (meer) oefenen met het bereken van de schaal en de vergrotingsfactor.
Slide 6 - Tekstslide
BIOLOGIE
Slide 7 - Tekstslide
Thema 4 Bloedsomloop
Leerdoel
- Na deze paragraaf kan ik beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte.
- Na deze paragraaf kan ikbeschrijven hoe je immuun wordt door een inenting.
Slide 8 - Tekstslide
Thema 4 Bloedsomloop
Afmaken
BK §4.6 Afweer
TL§4.6 Gezond leven
KB: TL:
Joella Renso
Dani Jacco
Luca Vis Jan Douwe
Luca Kastl
Tygo
Bjorn
Jordi
Slide 9 - Tekstslide
NEDERLANDS
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdstuk 6 VAKANTIE!
Leerdoel
KB + TL In deze les ga je oefenen met Taalverzorging.
KB:TL:
Joella Renso
Dani Jacco
Luca Vis Jan Douwe
Luca Kastl
Tygo
Bjorn
Jordi
Slide 11 - Tekstslide
GYM
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
MENS & MAATSCHAPPIJ
ECONOMIE
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf:
weet je waaraan je kunt zien of er veel welvaart in een land is.
kun je uitleggen waarom ontwikkelingslanden zo moeilijk uit de armoede kunnen komen.
weet je dat ontwikkelingslanden noodhulp en structurele hulp krijgen.
kun je uitleggen dat je inwoners van ontwikkelingslanden helpt als je fairtrade-producten koopt.
Slide 15 - Tekstslide
Niet overal welvaart
Voor jou is het gewoon dat je naar school kunt, dat je eten in de supermarkt kunt kopen en dat je naar de dokter of het ziekenhuis kunt als je ziek bent.
Dat is heel anders in ontwikkelingslanden. Dat zijn landen met veel armoede, een slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs.
Het grootste probleem in ontwikkelingslanden is de armoede. Om eten te kunnen kopen, moeten kinderen in die landen vaak werken. Als kinderen werken, kunnen ze niet naar school. Het gevolg is dat veel mensen niet kunnen lezen en schrijven.
Door de armoede is er te weinig geld voor voldoende artsen. Daarom is de kindersterfte in deze landen hoog.
Hoe welvarend is dat land?
Als je het inkomen van alle inwoners van een land bij elkaar optelt, dan weet je het nationaal inkomen. Een hoog nationaal inkomen betekent nog niet dat de inwoners van dat land rijk zijn. Daarvoor moet je kijken naar het gemiddelde inkomen per inwoner.
Nederland heeft bijvoorbeeld een hoger nationaal inkomen dan Noorwegen. Maar Nederland heeft nu eenmaal veel meer inwoners.
In beide landen is het gemiddelde inkomen hoog. Daaraan kun je zien dat in beide landen de welvaart hoog is. Dat betekent dat de inwoners van Nederland en Noorwegen in veel behoeften kunnen voorzien. Als je het gemiddelde inkomen van deze landen vergelijkt, zie je dat de Noren welvarender zijn dan de Nederlanders.
Slide 16 - Tekstslide
Er is hulp
Ontwikkelingslanden hebben meestal te weinig geld om zelf hun bevolking te helpen. Bij natuurrampen of hongersnood krijgen ze daarom vaak hulp van andere landen. Ze krijgen bijvoorbeeld voedsel, medicijnen of tenten. Dit soort hulp in noodsituaties noem je noodhulp.
Vaak krijgen arme landen ook hulp waarmee ze economisch zelfstandig kunnen worden. Dit noem je structurele hulp.
Bijvoorbeeld:
Onderwijs aan kinderen en volwassenen.
Jonge kinderen inenten tegen ziekten.
Het aanleggen van goede sanitaire voorzieningen: schone wasplaatsen en wc’s.
Ziekenhuizen bouwen en artsen opleiden.
Slide 17 - Tekstslide
Maken
BK + TL De opdrachten bij §2.4 Welvaart voor iedereen?