Oefenvragen Thema 8 Gedrag

Thema 8 Gedrag
Oefenvragen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 8 Gedrag
Oefenvragen

Slide 1 - Tekstslide

8.1 Wat is gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Alles wat mensen doen
B
Alles wat dieren doen
C
Alles wat een mens en dier doet
D
Alles wat planten, dieren en mensen doen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is ethologie?
A
De studie over eten
B
De studie over vroeger
C
De studie over geloof
D
De studie over gedrag

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent objectief?
A
Je mening geven
B
Je houden aan de feiten
C
Een object bekijken
D
Objectieven gebruiken

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je een verandering in de omgeving waar een mens of dier op reageert?
A
Gedrag
B
Emotie
C
Een prikkel
D
Gevoel

Slide 7 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een verkeerslicht springt op rood. De fietser stopt door te remmen en af te stappen.

Uit hoeveel handelingen bestaat het gedrag 'stoppen'?
Het antwoord staat in de tekst.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Een verkeerslicht springt op rood. De fietser stopt door te remmen en af te stappen.

Wat is in dit voorbeeld de respons?
A
het rode verkeerslicht
B
de fietser
C
de fietser stopt
D
het verkeerslicht

Slide 10 - Quizvraag

Sam zegt: "Een ethogram bestaat uit de beschrijving van handelingen van een dier."

Bas zegt: "Een ethogram bevat afkortingen van handelingen van een dier."

A
Beide hebben gelijk
B
Sam heeft gelijk
C
Bas heeft gelijk
D
Beide hebben ongelijk

Slide 11 - Quizvraag

Nadat je gedrag geobserveerd hebt (en een protocol ingevuld hebt) kun je dit overzichtelijk weergeven.
Welk diagram gebruik je hier meestal voor?
A
Staafdiagram
B
Lijndiagram
C
Tabellogram
D
Ethogram

Slide 12 - Quizvraag

Gedragsketen
Protocol
Ethogram

Slide 13 - Sleepvraag

8.2 Oorzaken van gedrag

Slide 14 - Tekstslide

Een prikkel van buiten het organisme heet een ...
A
Inwendige prikkel
B
Binnenprikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 15 - Quizvraag

De prikkel 'motivatie' is een voorbeeld van een ... ?
A
Uitwendige prikkel
B
Inwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Sperren

Slide 16 - Quizvraag

Dit plaatje is een ... prikkel voor de vader & moeder vogel.
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 17 - Quizvraag

Waar zie je hier een voorbeeld van?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Supranormale prikkel

Slide 18 - Quizvraag



Wat zie je in de afbeelding?

A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel

Slide 19 - Quizvraag

Honger is een?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 20 - Quizvraag

Een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept, noemen we....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Supraormale prikkel

Slide 21 - Quizvraag

sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 22 - Sleepvraag

8.3 Aangeboren en aangeleerd gedrag

Slide 23 - Tekstslide

Het gedrag van een politiehond is:
A
Natuurlijk gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 24 - Quizvraag

Door welk proces leert een dolfijn een bel te luiden in het Dolfinarium?
A
Trial and error
B
Inprenting
C
Gewenning
D
Conditionering

Slide 25 - Quizvraag

Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Trial and error
B
Inprenting
C
Gewenning
D
Conditionering

Slide 26 - Quizvraag

De honden leren het zoeken van overlevenden tijdens een training. Hoe heet deze vorm van leren?
A
Trial and error
B
Inprenting
C
Gewenning
D
Conditionering

Slide 27 - Quizvraag

Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Trial and error
B
Inprenting
C
Gewenning
D
Conditionering

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noem je de manier van leren als een vogel geen oranje rupsen meer eet na slechte ervaring met oranje rups.
A
Trial and error
B
Inprenting
C
Gewenning
D
Conditionering

Slide 29 - Quizvraag

8.4 Sociaal gedrag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de leider van de groep
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 31 - Quizvraag

Om ruzie en verwondingen te voorkomen is er binnen groepen vaak sprake van een ... .
A
Rangorde
B
Pikorde
C
Intimideren
D
Inzicht

Slide 32 - Quizvraag

Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
Dreiggedrag
B
Vluchtgedrag
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 34 - Quizvraag

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 35 - Quizvraag

8.5 Gedrag bij mensen

Slide 36 - Tekstslide

Bij wie wordt het gedrag sterker bepaald door leerprocessen? Bij een mens of bij een paard.
A
Mens
B
Paard

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een waarde?
A
Opstaan voor een oudere in de bus
B
Je steelt niet
C
Respect
D
Als je teveel wisselgeld krijgt, zeg je dat eerlijk

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een norm?
A
Vrijheid
B
Respectvol
C
Eerlijkheid
D
Je wacht met instappen, totdat iedereen is uitgestapt

Slide 39 - Quizvraag

Op welke afbeelding wordt welk type gedrag vertoond?
Territoriumgedrag
Dreiggedrag
Imponeergedrag

Slide 40 - Sleepvraag