Les V2A 19 feb

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos a la clase!

Hoy, 19 de febrero hacemos ...

1.    MINIQUIZ

2.   verbo (werkwoord)  ir = gaan    +   ejercicios 13 + 14

3.   frase clave E   +   ejercicios  15 + 16

                    Vandaag om 12 uur  oef 5 t/m 16 hebben ingeleverd

                    in  Classroom: foto's van  oef 5 t/m 16 in PA online 

                    voor beoordeling

Recuerda, pag 73

Recuerda, 

pag 67

MINIQUIZ

 ESTAMOS ¿LIST@S? 

¡EMPEZAMOS!

Kies het juiste werkwoord:
Mi casa ................. grande.

1. soy
2. ser
3. son
4. es

Kies het juiste werkwoord:
¿Usted ................. en casa?

1. está
2. estar
3. estamos
4. estás

Kies het juiste werkwoord:
Yo no ................. pausa.

1. tiene
2. tener
3. tengo
4. tenéis

Kies het juiste werkwoord:
Vosotros ................. vacaciones.

1. tener
2. tenemos
3. tenéis
4. tienen

Kies het juiste werkwoord:
Nosotros ................. la clase online.

1. está
2. estar
3. estamos
4. estás

Vertaal het werkwoord tussen haakjes:
Esteban y Flor (hebben) clase.

Vertaal het werkwoord tussen haakjes:
Mis amigos (zijn) graciosos.

Vertaal het werkwoord tussen haakjes:
Por la tarde, yo (heb) clase de matemáticas.

Vul de juiste vervoeging in:
Este (is) mi amigo Esteban.

De klemtoon van Spaanse woorden die eindigen op een klinker of -n of -s valt op de ........................... .

Bijv: gracioso, señores, examen

1. eerste lettergreep
2. de één-na-laatste lettergreep
3. de laatste lettergreep

De klemtoon van Spaanse woorden die eindigen op een medeklinker behalve -n of -s valt op de ........................... .

Bijv: profesor, español

1. eerste lettergreep
2. de één-na-laatste lettergreep
3. de laatste lettergreep

Waar valt de klemtoon bij de woorden hieronder:

televisión - matemáticas - química

1. op de tweede lettergreep
2. de één-na-laatste lettergreep
3. de lettergreep met het accentteken

FIN DE MINIQUIZ

ejercicio 13A + verbo (werkwoord) ir = gaan

ejercicio 13B + verbo (werkwoord) ir = gaan

ejercicio 13C + verbo (werkwoord) ir = gaan

Antwoorden ejercicio 13C 

1  Mis amigos y  yo vamos al cine.

2 Flor y tú vais a clase de matemáticas.

3 Yo voy al comedor.

4 Esteban va a la escuela.

5 Mi abuela y mi padre van al centro comercial.

6 Tú vas a casa de tu amiga.

7 Usted va a los servicios.

blz 37    luister en oefen de uitspraak

Ejercicio 15 C,  blz 15 

Ejercicio 16A, blz 15

op de volgende slide doen we 16A als

SLEEPOPDRACHT 

estúpido

bueno

gracioso

aburrido

duro

amable

streng

saai

goed

stom

aardig

grappig

Ejercicio 16B,  blz 15 

Ejercicio 16B,  blz 15 

amable        - amable

duro              - dura

aburrido      - aburrida

bueno          - buena

gracioso      - graciosa

estúpido     - estúpida

meervoud:

amable - amables

estúpidos - estúpidas

Ejercicio 16C,  blz 15 

Noteer de namen van je leraren en schrijf op wat je van hem vindt (gebruik oef 16A)

Ejercicio 16D,  blz 16

Oefen het gesprekje,  gebruik hiervoor je antwoorden van 16C

Tarea (opdracht):

- maak oef 14 zelf

- zorg dat de antwoorden van oef. 12 t/m 16c in je werkboek staan of in Paso Adelante online

- lever uiterlijk 12.30 uur foto's van oef. 5 t/m 16 in op Classroom  of in Paso Adelante online (klik dan wel steeds op 'controleren')

Wat heb je deze les geleerd?

¡¡MUCHAS GRCIAS

Y hasta el próximo clase!!

¡Muchas gracias y felices vacaciones!