Herhaling par 2.8: Spelling

Par. 2.8
SPELLING
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Par. 2.8
SPELLING

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
- Meervoud van zelfstandig naamwoorden die eindigen op 
-iën, -ieën en -eën correct opschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9 oktober 2024
Wat: Meervoud zelfstandig naamwoord 
Wanneer: 09:20-10:10
Hoe: Gezamelijk/ Oefening
Klaar: Par. 2.8 opdrachten
HW: Par. 2.8 opdrachten afmaken 
Lesdoel: Meervoud van zelfstandig naamwoord correct opschrijven
Taaldoel: Ik weet wat het woord bijblijven betekent

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'lopen' is een zwak werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterk of zwak werkwoord?


Dragen
A
sterk
B
zwak

Slide 5 - Quizvraag

Verleden tijd = Droeg
Roepen, geven en brengen zijn sterke werkwoorden
A
ja, dat klopt
B
nee, brengen is zwak
C
nee, geven is zwak
D
nee, roepen is zwak

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterke werkwoorden
Zwakke
werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de  verleden tijd van klank.
 
lopen - liepen
zoeken - zochten
gaan - gingen
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank.

hopen - hoopten
maken - maakten
bestellen - bestelden


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeeen
Olien
bacterien
therapieen
calorieen
ideeen
Meervoud
zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van de trema
Waar komt de trema?
Wanneer schrijf je iën, -ieën en -eën?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op in dit fimpje?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud: -iën
Als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt. 
bacterie – bacteriën
olie– oliën

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud: -ieën
Het is belangrijk om te kijken naar de klemtoon van deze -ie.
Ligt de klemtoon op die -ie dan komt er in het meervoud -ën bij

therapie – therapieën
calorie – calorieën
 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud: -eën
Woorden die in het enkelvoud eindigen op -ee krijgen er in het meervoud -ën bij
zee – zeeën
idee – ideeën

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHHTUK
Wat: Oefening meervoud opschrijven
Hoe: Klassikaal
Hulp: Aantekeningen
Tijd: 5-10 min
Uitkomst: Antwoorden oefening klassikaal bespreken
Eerder klaar: Opdracht 8 + 9 + 10 + 11 van 2.8 maken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

epidemie  

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

frisbee

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ceremonie 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


melodie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kolonie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slee 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat blijft je bij van deze les?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zwakke werkwoorden?
A
Werkwoorden die van klank veranderen in de verleden tijd
B
Werkwoorden waarbij je 't kofschip gebruikt in de verleden tijd

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterk of zwak werkwoord?

Ik at een boterham op.
A
zwak
B
sterk

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het zwakke werkwoord in.

De storm (verwoesten) ons tuinhuisje.
A
verwoesde
B
verwoeste

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het zwakke werkwoord in.

Toen zij (praten), sliep ik.
A
praten
B
praatten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de sterke werkwoorden?
A
beginnen, bieden, bijten en blazen
B
kijken, klagen, kosten, krabben
C
mailen, masseren, melden, mompelen
D
raden, regeren, roepen en ruiken

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zee

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calorie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
- Toets par. 2.7 + 2.8
- HW: Opdrachten par. 2.8 maken (Zie Magister voor de opdrachten)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies