4V - 208 - Vermogen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Natuurkunde

1. Berg je telefoon 

op in je tas

2. Pak je spullen:

- Boeken

- Potlood

- Rekenmachine

Planning

Vandaag 11 sept	Start 2.6
Woensdag 13 sept	Afmaken 2.6
Vrijdag 15 september	Gemengde opdrachten
Maandag 18 september	OEFENTENTAMEN
Woensdag 20 september	Lastige Onderwerpen
Vrijdag 22 september	Laatste vragen
Maandag 25 september	TENTAMEN HOOFDSTUK 2

Huiswerk

Hoe verschillen laders van elkaar?

Vermogen

P=U⋅I

Spanning (U) geeft aan hoeveel energie een elektron mee krijgt.

Stroomsterkte (I) geeft aan snel elektronen door de stroomkring bewegen.

Vermogen

Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

Vermogen

Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

P=U⋅I

​U⋅I​​P​​

P is het vermogen in Watt (W)

U is de spanning in volt (V)

I is de stroomsterkte in ampère (A)

Vermogen

Betekenis 

Symbool

Eenheid

Formule

Vermogen zegt iets over hoe snel een apparaat energie verbruikt.

P

Watt (W)

P=U⋅I

​U⋅I​​P​​

E=P⋅t

​P⋅t​​E​​

Elektrische energie op 2 manieren

E=P⋅t

E=P⋅t

Elektrische energie op 2 manieren

E=P⋅t

E=P⋅t

joule=watt⋅seconde

J=W⋅s

kilowattuur=kilowatt⋅uur

kWh=kW⋅h

Elektrische energie op 2 manieren

E=P⋅t

E=P⋅t

joule=watt⋅seconde

J=W⋅s

kilowattuur=kilowatt⋅uur

kWh=kW⋅h

3600000J=1kWh

1000W=1kW

3600s=1h

Joule en kilowattuur

Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 

Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

Joule en kilowattuur

Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 

Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

E=P⋅t

E=25kW⋅0,5h

E=12,5​​​kWh

E=13kWh

Joule en kilowattuur

Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 

Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

E=P⋅t

E=P⋅t

E=25kW⋅0,5h

E=12,5​​​kWh

E=13kWh

E=25000W⋅(30⋅60)s

E=45000000J

E=4,5⋅10​7​​J

Oefenopdracht: waterkoker

We bekijken een waterkoker met een vermogen van 2200 W. Een volle waterkoker heeft 2 minuten nodig om het water te koken.

a) Bereken hoeveel energie in Joule de waterkoker verbruikt?

De prijs per kWh bedraagt 0,30 euro. 

b) Bereken hoeveel het kost als je de waterkoker 10 keer water laat koken.

Oefenopdracht: telefoon laden

Op de lader van je telefoon staat: 

5V / 2A. Om je telefoon volledig op te laden moet deze anderhalf uur aan de lader.

a) Bereken hoeveel energie in Joule er in de batterij van deze telefoon gaat.

De prijs per kWh bedraagt 1,04 euro. 

b) Bereken hoeveel het kost om je telefoon 365 keer op te laden.

Tip:

Om de eenheden van energie om te rekenen kan je de volgende verhouding gebruiken:

1 kWh = 

3,6⋅10​6​​J

Aan de slag

Maak 261 

Klaar? Maak 262