Deze slide heeft geen instructies
Eerste eigen naam noemen en dan naam van een ander en de sinaasappel gooien.
Nu in vaste volgorde 2x
Daarna vrij rond lopen, maar zelfde volgorde hanteren
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Maak duo's die verspreid door de ruimte gaan staan. Speler A begint met vragen: "Wat doe je?" Speler B geeft antwoord, bijvoorbeeld: "Touwtjespringen", waarop speler A gaat touwtjespringen. Speler B zegt nu: 'Wat doe je?' Speler A blijft zijn eigen handeling (touwtjespringen) doen, maar zegt een andere handeling ("Ik brei een trui"). Speler B gaat nu een trui breien, speler A blijft touwtjespringen totdat hij van speler B (na te weer te vragen: "Wat doe je?") een nieuwe handeling heeft gekregen.
Speldoel: handelen en denken tegelijk; loslaten van je eigen idee; accepteren wat de ander je geeft
NB Blijf je handeling uitvoeren tot je een nieuwe handeling hebt gekregen. Raak je in de war, begin dan gewoon opnieuw. Laat je inspireren door de handeling van je medespeler of de duo's om je heen.
De spelers worden verdeeld in twee teams. Van beide teams gaan vier spelers op een rij op het speelvlak staan. De spelers van beide teams staan om en om , door elkaar gehusseld. De spelers moeten om beurten een item noemen van de gevraagde categorie. De categorie is bijvoorbeeld automerken: de eerste speler zegt : 'Audi', de tweede: 'Volkswagen', enz. Een item mag niet herhaald worden. Weet een speler geen item meer, of valt hij in herhaling, dan is hij af en gaat zitten. Dit gaat net zo lang door tot er één speler over is. Deze heeft gewonnen en zijn team krijgt een punt.
Speldoel: leren falen
Suggestie: huishoudelijke apparaten; dieren; groentes; religies; Disney-films
Deze slide heeft geen instructies
Start film op 00:31
Deze slide heeft geen instructies