Paragraaf 2.1 (1VMA)

Paragraaf 1

Hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.1

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Steeds meer mensen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1

Hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.1

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Steeds meer mensen

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1

Hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.1

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Steeds meer mensen
leerboek of methodesite

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht

-> Heb je de tekst goed
     gelezen?

-> Beantwoord dan de
     vragen op de
     volgende dia's.
 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de titel van § 2.1? (blz. 34)

Slide 4 - Open vraag

Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf? (blz. 34)

Slide 5 - Open vraag

Welk verschil staat er beschreven in de blauwe intro-tekst tussen Tokyo en Groenland?

Slide 6 - Open vraag

Bekijk bron 5 van § 2.1. (blz. 34 + 35)
(a) Wat betekent het als een gebied rood is ingekleurd op de kaart?
(b) Wat betekent het als een gebied geel is ingekleurd op de kaart?

Slide 7 - Open vraag

(a) Wat bedoelen we met het begrip 'bevolkingsdichtheid'?
(b) Hoe bereken je eigenlijk de bevolkingsdichtheid?
(1e theorie-blokje)

Slide 8 - Open vraag

Wat bedoelen we met het begrip 'bevolkingsspreiding'?
(1e theorie-blokje)

Slide 9 - Open vraag

De bevolking groeit snel. Dit komt omdat in arme landen de gezinnen erg groot zijn. Welke redenen hebben gezinnen in arme landen om veel kinderen krijgen?
(2e theorie-blokje)

Slide 10 - Open vraag

Wat is een bevolkingsgrafiek?
(2e theorie-blokje)

Slide 11 - Open vraag

Bekijk nu de bevolkingsgrafieken in bron 5.
(a) wat kun je zeggen over het aantal kinderen in Bolivia? (bron 5a)
(b) wat kun je zeggen over het aantal ouderen in Bolivia?
(c) wat kun je zeggen over het aantal kinderen in Australië? (bron 5f)
(d) wat kun je zeggen over het aantal ouderen in Australië?

Slide 12 - Open vraag

Door welke twee redenen komen er op aarde steeds meer mensen?
(2e theorie-blokje)

Slide 13 - Open vraag

Wereldwijd is er sprake van migratie?
(a) wat is migratie?
(b) welke twee vormen van migratie zijn er?
(3e theorie-blokje)

Slide 14 - Open vraag

Sommige gebieden trekken veel nieuwkomers aan.
Dit komt door pullfactoren. Wat zijn dit?
(3e theorie-blokje)

Slide 15 - Open vraag

Vanuit sommige gebieden vertrekken juist veel mensen.
Dit komt door pushfactoren. Wat zijn dit?
(3e theorie-blokje)

Slide 16 - Open vraag

Mensen hebben vaak 4 redenen om te verhuizen.
(a) Welke 4 redenen zijn dat?
(b) Geef per reden de push- en pulfactor aan.
(3e theorie-blokje)

Slide 17 - Open vraag

Sommige migranten hebben een speciale naam:
(a) Wat is een arbeidsmigrant?
(b) Wat is een asielzoeker?
(3e theorie-blokje)

Slide 18 - Open vraag

Paragraaf 2.1 doorgenomen?
En heb je nog tijd over?
Ga dan aan de slag met.....:


-> WB opdr. 1 t/m 6 (§ 2.1)

 

Stoei met de opdrachten. Kies zelf met welke opdracht je wilt starten. 

Slide 19 - Tekstslide

 Je bent nu klaar met de les 'paragraaf 2.1'
 (zie vorige dia voor wat je nu kunt gaan doen!)

Slide 20 - Tekstslide