Eerst inloggen op Nieuw Nederlands Online, daarna op de link hieronder klikken:
Slide 8 - Tekstslide
Waarom?
Elke schrijver heeft een doel met zijn/haar tekst. Er zijn viertekstdoelen: amuseren, informeren, overtuigen, activeren. Om het tekstdoel te bepalen, moet je vaststellen wat het belangrijkste is wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
Tekstdoelen
Slide 9 - Tekstslide
Uit je hoofd leren! HEEL BELANGRIJK!
Slide 10 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een chronologisch tekstverband
Plastic soep: In de zeeën drijft steeds meer plastic. Dat wordt 'plastic soep' genoemd. Tekst 1 in je boek, blz. 141, gaat over plastic soep.
Herhaling hs 4
Slide 11 - Woordweb
Welk tekstverband zit er in deze zin? Ik vind chocola lekker, maar chocolademelk niet
Slide 12 - Open vraag
Welke tekstverbanden ken je uit Hs 5?
Slide 13 - Open vraag
Huiswerk voor vandaag was:
Lezen: tekst 2 en 3, blz. 143 en 145
Leren: theorie op blz. 140 (en bekijk de film in NN)
Maken: opdracht 3 en 5 op blz. 142 en 144 (vwo + opdr. 4 en 6)
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Kijk je huiswerk na!
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Alleen voor vwo:
Slide 19 - Tekstslide
Lees nu Hs 6, tekst 1, blz. 173
Maak daarna opdr. 1, blz. 172
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk voor dinsdag 16 maart:
Lezen: tekst 1, blz. 173
Leren: theorie op blz. 172 (en bekijk de film in NN)
Maken: opdracht 1 op blz. 172
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Huiswerk voor woensdag 17 maart: Geef je boek en tweetal door!