groepjes
mobiel in de telefoontas
pak je boek
en je schrift
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
mobiel in de telefoontas
pak je boek
en je schrift
Slide 1 - Tekstslide
mobiel in de telefoontas
pak je boek
en je schrift
Slide 2 - Tekstslide
Deze les gaan we werken in groepjes, doel is om goed samen te werken en van elkaar te leren.
Werk niet in tweetallen, maar echt samen!
Slide 3 - Tekstslide
Deze les gaan we werken in groepjes, doel is om goed samen te werken en van elkaar te leren.
Werk niet in tweetallen, maar echt samen!
Ga in je boek naar blz 160 de Rekentrainer.
We maken per onderdeel steeds 1 opdracht gezamelijk,
daarna krijgen jullie tijd om de andere opdracht(en) te maken
Slide 4 - Tekstslide
Subsidie
De gemeente Westerland verzorgde tot voor kort het ouderenvervoer in de gemeente. De kosten van het vervoer bedroegen € 230.000 per jaar. Sinds 1 januari heeft een particulier bedrijf het vervoer overgenomen.
Om het vervoer voor de ouderen betaalbaar te houden, geeft de gemeente per rit € 9,25 subsidie. Gemiddeld zijn er 200 ritten per week.
Bereken hoeveel subsidie de gemeente in een jaar geeft.
Hoeveel ritten zijn er per week? Wat is de subsidie per week?
Slide 5 - Tekstslide
Subsidie
De gemeente Westerland verzorgde tot voor kort het ouderenvervoer in de gemeente. De kosten van het vervoer bedroegen € 230.000 per jaar. Sinds 1 januari heeft een particulier bedrijf het vervoer overgenomen.
Om het vervoer voor de ouderen betaalbaar te houden, geeft de gemeente per rit € 9,25 subsidie. Gemiddeld zijn er 200 ritten per week.
Bereken hoeveel euro de gemeente bespaart door het vervoer op deze manier te organiseren.
Gebruik je antwoord op vraag a. Wat kostte het ouderenvervoer toen de gemeente dat nog regelde?
Slide 6 - Tekstslide
Subsidie
De gemeente Westerland verzorgde tot voor kort het ouderenvervoer in de gemeente. De kosten van het vervoer bedroegen € 230.000 per jaar. Sinds 1 januari heeft een particulier bedrijf het vervoer overgenomen.
Om het vervoer voor de ouderen betaalbaar te houden, geeft de gemeente per rit € 9,25 subsidie. Gemiddeld zijn er 200 ritten per week.
Bereken hoeveel procent de gemeente bespaart.
Percentage = aantal of bedrag ÷ totaal × 100% (of deel/geheel x100)
Slide 7 - Tekstslide
Maak opdracht 1 en 2
ben je daarmee klaar?
Ga vast beginnen aan de volgende opdrachten
Vind je deze lastig?
Probeer vast opdracht 7 + 8 te maken
timer
7:00
Slide 8 - Tekstslide
Bbp
Het CBS publiceert regelmatig cijfers over de economie. Deze groei- en krimpcijfers worden berekend op basis van het bruto binnenlands product (bbp).
Vorig jaar was het bbp van Nederland € 820 miljard. Dit jaar krimpt de economie met 3,8%.
Bereken het bbp voor dit jaar.
Te berekenen aantal of bedrag = percentage ÷ 100 × totaal
Slide 9 - Tekstslide
Sociale zekerheid
Het minimumloon is € 1.684,80. Voor alleenstaanden is het sociaal minimum 70% van het minimumloon. Janine is alleenstaand. Ze ontvangt een uitkering ter hoogte van het sociaal minimum.
Bereken haar maanduitkering.
Te berekenen aantal of bedrag = percentage ÷ 100 × totaal
Slide 10 - Tekstslide
Maak opdracht 4, 5 en 6
ben je daarmee klaar?
Ga opdracht 7 + 8 maken
timer
7:00
Slide 11 - Tekstslide
Rijksbegroting
Het ministerie van Binnenlandse Zaken had vorig jaar een begroting van € 6,1 miljard. Om de problemen op de woningmarkt aan te pakken steeg de begroting voor dit jaar met € 295 miljoen.
Bereken hoeveel miljoen euro het ministerie dit jaar kan uitgeven.
Reken eerst de miljarden om naar miljoenen.
Slide 12 - Tekstslide
Maak opdracht 9, 10, 11 en 12
Ben je daarmee klaar?
Probeer de volgende opdrachten te maken
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Gemeentelijke heffingen
Emir woont in de gemeente Dantumadiel. De WOZ-waarde van zijn huis is € 329.000.
Bereken het bedrag dat hij aan ozb moet betalen.
Te berekenen aantal of bedrag = percentage ÷ 100 × totaal
Slide 14 - Tekstslide
Gemeentelijke heffingen
Duco woont in de gemeente Tytsjerksteradiel en betaalt dit jaar € 768,75 aan ozb.
Bereken de WOZ-waarde van zijn woning.
De WOZ-waarde is 100%.
Welk bedrag is de ozb? Hoeveel procent is dat?
Slide 15 - Tekstslide
Gemeentelijke heffingen
Het huis van Jurmet heeft een WOZ-waarde van € 275.000. Dit jaar betaalde ze € 289,30 aan ozb.
In welke gemeente woont Jurmet?
Percentage = gevraagd aantal ÷ totaal × 100%
Slide 16 - Tekstslide
Maak opdracht 14
Ben je daarmee klaar?
lees de begrippen van de weet je het nog hfd 6
blz 168
Maak de opdrachten van de weet je het nog
blz 169
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
Weet je het nog? Theorie
Bruto inkomens uit arbeid en bezit zijn de primaire inkomens. Loon is inkomen uit arbeid. Huuropbrengsten, rente op spaargeld en dividend zijn inkomens uit bezit. Netto inkomens en inkomens uit overdrachten zijn secundaire inkomens. Een uitkering is een inkomen uit overdrachten. Een deel van de loonheffing bestaat uit premies voor de volksverzekeringen.
Je werkgever betaalt de premies voor de werknemersverzekeringen.
Als je inkomen te laag is, kun je huurtoeslag. Om dezelfde reden kun je zorgtoeslag krijgen. Deze toeslagen zijn, net als de bijstandsuitkering, voorbeelden van sociale voorzieningen.
Slide 18 - Tekstslide
Weet je het nog? Opdrachten
€ 2.119 - € 593,32 = € 1.525,68
of:
100% - 28% = 72%
0,72 × € 2.119 = € 1.525,68
2 Als je werknemer bent, ontvang je een inkomen uit arbeid.
Als je zak- of kleedgeld krijgt, dan ontvang je een overdrachtsinkomen.
Huuropbrengst is een voorbeeld van inkomen uit bezit.
3a € 147 × 12 ÷ 52 = € 33,92 per week
b inkomen uit arbeid (bijbaantje) en overdrachtsinkomen (zakgeld en kleedgeld)
Slide 19 - Tekstslide
Weet je het nog? Opdrachten
□ Nettoloon behoort tot de primaire inkomens, een uitkering tot de secundaire inkomens.
□ De primaire inkomens zijn gelijkmatiger verdeeld dan de secundaire inkomens.
5
volksverzekering
werknemersverzekering
bestemd voor alle inwoners
x
voor mensen in loondienst
x
AOW
x
WW
x
Slide 20 - Tekstslide
Weet je het nog? Opdrachten
- bijstand
- huurtoeslag
- zorgtoeslag
n
7
n
1
v
e
r
z
e
k
2
b
e
z
i
t
3
h
u
u
r
t
o
4
i
n
k
o
m
5
v
o
l
k
6
b
r
u
t
o
l
7
z
o
r
g
t
o
e
8
l
o
o
n
n
1
v
e
r
z
e
k
2
b
e
z
i
t
3
h
u
u
r
t
o
4
i
n
k
o
m
5
v
o
l
k
6
b
r
u
t
o
l
7
z
o
r
g
t
o
e
8
l
o
o
n
n
v
e
r
z
e
k
e
r
i
n
g
b
e
z
i
t
h
u
u
r
t
o
e
s
l
a
g
i
n
k
o
m
e
n
s
v
o
l
k
s
b
r
u
t
o
l
o
o
n
z
o
r
g
t
o
e
s
l
a
g
l
o
o
n
