2. fictie en non-fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Tekstdoelen en fictie

Klas 1hva

Wat gaan we deze les doen?

- leren over tekstdoelen (blz 26)

- leren over fictie en non-fictie (blz.64)

- opdrachten maken (blz. 64)

Tekstdoelen en tekstsoorten

Als iemand iets schrijft, heeft hij een doel met die tekst: dat wat hij wil bereiken (tekstdoel)

Om dat doel te bereiken, kiest hij het soort tekst waarmee hij dat doel het beste kan bereiken (tekstsoort)

Wat is het doel van deze tekst?

Tekstdoel: amuseren 

De schrijver wil jou (de lezer) vermaken. Hij speelt in op je gevoelens en zal je willen ontroeren of aan het lachen proberen te maken.

Wat is het doel van deze tekst?

1. activeren
2. instrueren
3. informeren
4. overtuigen

Tekstdoel: informeren/uiteenzetten

De schrijver wil zijn kennis met jou (de lezer) delen. Als de tekst de lezer ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting.

Wat is het doel van deze tekst?

Tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil dat jij zijn standpunt/mening overneemt. Hij zal argumenten voor zijn standpunt geven om je te overtuigen.

Wat is het doel van deze tekst?

activeren

amuseren

instrueren

Tekstdoel: activeren

Als een schrijver wil dat je iets gaat doen. Hij wilt dat je actie onderneemt. 

Tekstdoel: instrueren

Je leert hoe je iets moet doen

Fictie of non-fictie?

Non-fictie

Het doel van de schrijver is:

- informatie geven over een bepaald onderwerp;

- overtuigen

- uitleg geven over hoe je iets moet doen.

Fictie

De schrijver wil:

- dat zijn verhaal met plezier gelezen wordt (amuseren)

Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Is een boek van Harry Potter realistische of niet-realistische fictie?

1. realistisch
2. niet-realistisch

Opdrachten maken:

- Opdracht 1, 2 en 3 maken (blz.64)

(niet af? dan is het huiswerk)