16-9

1F
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1F

Slide 1 - Tekstslide

Practise words

- Go to Learnbeat
- Woordjes
- Klik op Engels
- Oefen de woordjes van Unit 1

Slide 2 - Tekstslide

Today
- Goals

- Check work: 1.1.

- New exercises



Slide 3 - Tekstslide

Lesson goals

  • I know how to use the verb "to be"

Slide 4 - Tekstslide

the verb 'to be' 

Slide 5 - Tekstslide

to be
to be = werkwoord (verb)
to be = zijn

Slide 6 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 7 - Tekstslide

To be betekent:
A
hebben
B
zijn
C
doen

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de vormen van 'to be'?
A
I - you -he
B
am - are - is
C
are
D
geen idee

Slide 9 - Quizvraag

To be:
We...
A
is
B
am
C
are

Slide 10 - Quizvraag

To be:
They...
A
are
B
am
C
is

Slide 11 - Quizvraag

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 12 - Quizvraag

To be: I....
A
are
B
am
C
is

Slide 13 - Quizvraag

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
negative
(ont-
kennend)
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet

Slide 14 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 15 - Tekstslide


To be:
... it going to be a difficult test?
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 16 - Quizvraag

To be:
They ... happy.
A
is
B
am
C
are

Slide 17 - Quizvraag

To be
Wat zijn 3 vormen van to be?

Slide 18 - Open vraag

(to be)
I ......... happy.

Slide 19 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be':
She ...... (to be) happy.

Slide 20 - Open vraag

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 21 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 22 - Quizvraag

(to be)
..... you at home tonight?
A
am
B
are
C
is

Slide 23 - Quizvraag

I know how to use the verb: "to be"
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Check work

- Open Learnbeat

- Go to: Studieplanner
         Go back a week

- Check par. 1.1.  (9-9)
New work

Do: the exercises I've selected for today (16-9)

Questions?  Raise your hand

Done? Practise words & phrases

Slide 25 - Tekstslide