Samenvattend Present Simple = tegenwoordige tijd
Signaalwoorden = always, often, every, usually, never, generally, seldom, never etc.
Regel
Werkwoord + s She, he, it (SHIT-rule)
Werkwoord NIET VERANDEREN bij I, you, we, they (meervoudsvormen)
Bij de S-klanken, Do, Go = es
Bij een werkwoord wat eindigt op medeklinker + y = ies