Natan en Sam trainen the army Deel 1

Natan & Sam
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Natan & Sam

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


www.leerlens.nl/voor
Programma: Studentenprogramma MBO/HBO

Trainers:
Sam & Natan

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Wie zijn wij?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Dit is een voorbeeldles speciaal voor de mentor en niet bedoeld om te geven aan de klas.

Lees deze handleiding om het maximale uit je lessen te halen!

Dit is een titelslide.
Elke module begint met een titelslide.
Hierop vind je:
  • Het module-inzicht
  • Het lesinzicht
  • Eventueel extra informatie
Wij willen... 
Jonge mensen aanzetten om slim zichzelf te zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Modules
Hersenen

Onthouden

Plannen

Wilskracht

Concentreren
Slim teksten leren

Creativiteit

Motivatie

Samenwerken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Experimenteren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 
Feb

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit heeft mij het opgebracht 
11 kilo afgevallen 
Rust 
Plan/vetrouwen hou vast
Overzicht 
vetrouwen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld maakt gelukkig

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik begin vaak op tijd met leren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat ik wil doen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik leer veel op school 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik de beste versie van mezelf word

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik verwacht iets te leren in de komende trainingen 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Extra informatie:
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken. 


Je kunt je intelligentie vergroten en verkleinen.























Ja
Nee

Slide 19 - Poll

  • Vraag een aantal leerlingen om hun antwoord toe te lichten.
  • Probeer de discussie in de klas aan te wakkeren tussen leerlingen die met 'ja' hebben gereageerd en leerlingen die met 'nee' hebben gereageerd.

Neuroplasticiteit

Slide 20 - Tekstslide

  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Doe eens je armen over elkaar

Slide 21 - Tekstslide

  • evt: https://www.youtube.com/watch?v=Klpsf_qj9No 
  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Neuroplasticiteit in actie
De eerste keer dat je iets op een andere manier doet moeten je hersenen nog nieuwe paden maken.

Gelukkig geldt: hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het wordt! Dit geldt voor alles waar je beter in wilt worden.

Slide 22 - Tekstslide

Extra informatie
Inzicht in dat nieuwe dingen leren eerst moeite kost omdat je hersenen nou eenmaal zo werken, maakt het feit dat het moeite kost meer acceptabel. Het wordt oké om iets moeilijk te vinden. Dit kan voor leerlingen motiverend werken.

Je kunt een nieuw pad maken...

Slide 23 - Tekstslide

  • evt: https://www.youtube.com/watch?v=Klpsf_qj9No 
  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Door te oefenen!

Slide 24 - Tekstslide

  • evt: https://www.youtube.com/watch?v=Klpsf_qj9No 
  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Mindset 

Hoe je over je talenten, intelligentie en ontwikkeling denkt, noem je 'mindset'. Dit is bedacht door wetenschapper Carol Dweck. Zij ontdekte dat jouw mindset grote invloed heeft op jouw ontwikkeling.

Slide 25 - Tekstslide

  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Mindset 

Slide 26 - Tekstslide

  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Fixed mindset  vs.  Growth mindset
  • Ik kan/wil niet veranderen

  • Uitdagingen zijn eng/stom

  • Opgeven bij moeilijke opdrachten
  • Ik kan (mijzelf) veranderen

  • Uitdagingen zijn leerzaam

  • Motivatie bij moeilijke opdrachten

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeelden:
1. Kan/wil niet veranderen -> Ik vind wiskunde stom en ben er slecht in. VS. Ik heb nog geen goede strategie om wiskunde te leren. Daarom kost het nu veel tijd en levert het niets op. Hoe zou ik het anders kunnen doen?
2. Ik wil met iemand dansen op een feest maar ik vind dansen stom, ik ben er niet goed in, ik probeer het niet. Ik ben nog niet zo goed in dansen maar ik wil graag met iemand dansen dus ik zet de eerste stap, wie weet wat hoe het uit zal pakken
3. Ik moet echt een heel groot proefwerk frans leren en ik ben daar niet goed in. Dit gaat stom, saai en heel vervelend worden. Vs. Ik moet....... ik ga uitvogelen hoe ik dit goed kan doen, hulp vragen en mijn best doen.

Fixed mindset irl
  • Makkelijke opdrachten eerst maken. Moeilijke uitstellen

  • Alleen dingen doen die je eerder hebt gedaan 

  • Opgeven of uitstellen wanneer het moeilijk wordt

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeelden:
1. Kan/wil niet veranderen -> Ik vind wiskunde stom en ben er slecht in. VS. Ik heb nog geen goede strategie om wiskunde te leren. Daarom kost het nu veel tijd en levert het niets op. Hoe zou ik het anders kunnen doen?
2. Ik wil met iemand dansen op een feest maar ik vind dansen stom, ik ben er niet goed in, ik probeer het niet. Ik ben nog niet zo goed in dansen maar ik wil graag met iemand dansen dus ik zet de eerste stap, wie weet wat hoe het uit zal pakken
3. Ik moet echt een heel groot proefwerk frans leren en ik ben daar niet goed in. Dit gaat stom, saai en heel vervelend worden. Vs. Ik moet....... ik ga uitvogelen hoe ik dit goed kan doen, hulp vragen en mijn best doen.

Fixed mindset vs. Growth mindset
Ik word nooit zo slim als zij
Ik ben hier geweldig in
Ik ben hier niet goed in
Ik heb een fout gemaakt
Ik geef het op
Plan A werkt niet
  • Ik kan iets van haar leren
  • Ik ben op de goede weg
  • Ik ben hier nog niet goed in
  • Ik heb iets geleerd
  • Ik probeer het nog een keer
  • Gelukkig heeft het alfabet nog 25 andere letters

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Growth en fixed mindset

Een growth mindset heeft een positieve invloed op jouw ontwikkeling, terwijl een fixed mindset je ontwikkeling juist kan vertragen.

Slide 30 - Tekstslide

Extra informatie
Leerlingen komen tijdens het leren veel uitdagingen tegen. Een growth mindset helpt hen om bezig te zijn met het proces van leren. Hierdoor gaan ze makkelijker uitdagingen aan, geven ze minder snel op en leren ze meer van fouten. Leerlingen met een fixed mindset tijdens het leren zijn meer gericht op het resultaat. Daarom hebben ze over het algemeen meer negatieve emoties als het leren niet lukt, leren ze minder van fouten en geven ze sneller op. Als je ergens beter in wil worden helpt het dus om een growth mindset aan te nemen.

Growth

-     - Skills kan iedereen leren           - Gefocust op ontwikkeling
 - Ziet uitdagingen als groei mogelijkheden 
       - Ziet een fout waarvan je kan leren 
- Waardeert feedback


Fixed

- Skills ben je mee geboren 
Gefocust op niet falen 
- Kiest de makkelijkste weg 
- Geeft op na falen 
- Gaat gelijk in verdediging
bij feedback 

Slide 31 - Tekstslide

Extra informatie
Leerlingen komen tijdens het leren veel uitdagingen tegen. Een growth mindset helpt hen om bezig te zijn met het proces van leren. Hierdoor gaan ze makkelijker uitdagingen aan, geven ze minder snel op en leren ze meer van fouten. Leerlingen met een fixed mindset tijdens het leren zijn meer gericht op het resultaat. Daarom hebben ze over het algemeen meer negatieve emoties als het leren niet lukt, leren ze minder van fouten en geven ze sneller op. Als je ergens beter in wil worden helpt het dus om een growth mindset aan te nemen.

Slide 32 - Video

  • Speel het filmpje af.
  • Vraag eventueel na het filmpje of een leerling het verschil tussen growth en fixed mindset kan uitleggen.

Hersenen Quiz
  • Maak tweetallen.
  • Er volgen hierna zeven vragen.
  • Één van de twee geeft antwoord via LessonUp.
  • Voor een goed antwoord krijgt jouw duo één punt. 
  • Het duo met de meeste punten wint de quiz!

Slide 33 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Zorg ervoor dat de tweetallen samen via één device antwoord geven via lessonup.app.
  • De duo's mogen met elkaar overleggen.

Slide 34 - Video

  • Speel het filmpje af.

"Jij bent een danser.
Wij doen iemand na die danst".
Bij welke mindset hoort deze opmerking?
A
Growth mindset
B
Fixed mindset

Slide 35 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Door te zeggen "Jij bent een danser" gaat Beau ervan uit dat dit een aangeboren talent van iemand is en dat hij er dus nooit beter in kan worden, omdat hij zogenaamd geen danser is. Dit is dus een voorbeeld van een fixed mindset.

Waarom hoorde de opmerking uit
de vorige vraag bij een fixed mindset?
A
Er wordt geïmpliceerd dat 'dansen' een aangeboren skill is.
B
Er wordt gesuggereerd dat Humberto al veel geoefend heeft.
C
Er wordt gesuggereerd dat dansen iets is wat iedereen kan leren.
D
Er wordt geïmpliceerd dat talent niet bestaat.

Slide 36 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Door te zeggen "Jij bent een danser" gaat Beau ervan uit dat dit een aangeboren talent van iemand is en dat hij er dus nooit beter in kan worden, omdat hij zogenaamd geen danser is. Dit is dus een voorbeeld van een fixed mindset.

Wat doet iemand met een growth mindset
als hij/zij vastloopt bij wiskunde?
A
Stoppen en iets anders gaan doen
B
Nog eens op dezelfde manier proberen
C
Om hulp vragen
D
Overschrijven

Slide 37 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Het goede antwoord is C. Dit is het enige voorbeeld waarbij je het op een andere manier gaat proberen op te lossen en er op deze manier van kunt leren en beter in kunt worden. Bij de andere voorbeelden word je er niet beter van en leer je er ook niets van.

Bij welke mindset hoort de volgende uitspraak?
"Ik ben hier super goed in"
A
Growth mindset
B
Fixed mindset

Slide 38 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
"Ik ben hier super goed in" verondersteld dat je uitgeleerd bent en er niet meer beter in kunt worden. Dit is dus ook weer een voorbeeld van een fixed mindset. Wanneer je hier een growth mindset van zou maken, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen "Ik ben op de goede weg".

Waarom hoorde de uitspraak uit de
vorige vraag bij een fixed mindset?
A
De uitspraak veronderstelt dat iemand veel talent heeft.
B
De uitspraak veronderstelt dat iemand niet verder kan groeien.
C
De uitspraak veronderstelt dat iemand veel geleerd heeft.
D
De uitspraak veronderstelt dat iemand weinig talent heeft.

Slide 39 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
"Ik ben hier super goed in" verondersteld dat je uitgeleerd bent en er niet meer beter in kunt worden. Dit is dus ook weer een voorbeeld van een fixed mindset. Wanneer je hier een growth mindset van zou maken, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen "Ik ben op de goede weg".

Hoeveel kilometer aan bloedvaatjes
bevatten je hersenen?
A
500 kilometer
B
50.000 kilometer
C
500.000 kilometer
D
160.000 kilometer

Slide 40 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
  • Het goede antwoord is 160.000 km.


Waar zou jij meer een 'growth mindset'
in willen ontwikkelen?

Slide 41 - Open vraag

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
  • Bespreek enkele antwoorden.

Slide 42 - Tekstslide

Extra informatie:
'Mijn experiment' is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren.
Wij geven steeds drie voorbeelden van passende experimenten, maar het is belangrijk dat leerlingen ook de ruimte voelen om zelf iets te kiezen, mits het concreet is.
Voorbeelden van een experiment
  • Ik ga in mijn volgende tussenuur bedenken voor welke   vakken ik een fixed mindset heb en voor welke een growth   mindset en schrijf dit op.
  • Ik ga voor het leren voor mijn volgende wiskundetoets een   growth mindset aannemen door wanneer ik iets niet snap,   hulp te vragen in plaats van op te geven.
  • Wanneer ik vanmiddag bij het maken van mijn huiswerk   merk dat ik een fixed-mindset-gedachte heb, schrijf ik deze   gedachte op en maak ik er een growth-mindset-gedachte   van. 

Slide 43 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Laat de leerlingen een van de experimenten kiezen die zij de komende week gaan uitproberen.
  • Als de leerlingen zelf een goed idee hebben voor een experiment, kunnen zij dat ook kiezen. Daarbij is het wel belangrijk dat het concreet is.
  • De leerlingen kunnen op de volgende slide hun experiment invullen. 

Wat wordt jouw experiment?
Kies een van de voorbeelden of bedenk zelf een experiment

Slide 44 - Open vraag

  • Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken.
  • Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten.
  • Wanneer een experiment nog niet zo concreet is, kan je er op doorvragen. ("Wat ga je precies doen?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?"). 
Natan en Sam trainen the army Deel 1

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies