taal - taalbeschouwing na 4 blokken

Taal
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Taal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen! We herhalen vandaag 
  • Het zelfstandig naamwoord
  • Het lidwoord
  • Het verkleinwoord
  • Enkelvoud en meervoud
  • Het werkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf hieronder 3 zelfstandig naamwoorden op.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn allemaal zelfstandige naamwoorden
A
fiets, beker, lopen
B
tv, auto, vaas
C
stift, stoel, luisteren
D
kijken, vissen, boek

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. Sleep het erheen.
de
het
sloot
schrift
briefje
fietsbel
juf
stuur

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verkleinwoord van bus?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk stukje komt er achter kast
A
je
B
tje
C
pje

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk stukje komt er achter bloem?
A
je
B
tje
C
pje

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

hekken, planten, varkens, pennen zijn?
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke woordstukje schrijf je het meervoud?
-en
-s
boek
beker
appel
auto
hond
brug
puzzel
stift

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik .... op mijn stoel?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Juan en Floor ... over de vakantie

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je alleen werkwoorden?
A
praten, zingen, glas, dansen
B
radio, luisteren, beker, drinken
C
eten, slapen, bed, schrijven
D
rijden, dansen, praten, spelen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf bij deze foto werkwoorden op .

Slide 17 - Woordweb

Laat de kinderen dan in één minuut zoveel mogelijk woorden binnen die opdracht opschrijven. Daarna worden alle woorden besproken. De kinderen die als enige een bepaald woord hebben opgeschreven, krijgen hier een punt voor. Woorden die door meerdere kinderen zijn opgeschreven tellen niet mee. Wie de meeste punten heeft behaald, heeft gewonnen.
Welke zelfstandige naamwoorden zie je?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies