Comparatives & Superlatives
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Far, farther, furthest
My house is (big) ...
than yours.
than yours.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Who is the (rich) ...
woman on earth?
woman on earth?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
This flower is (beautiful)
... than that one.
... than that one.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Who is the (good) .... football player in the world?
A
better
B
gooder
C
goodest
D
best
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
What is your ... (bad) subject at school?
A
badder
B
worse
C
worst
D
baddest
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
The ... (little) you can do is study for the tests.
A
leasest
B
least
C
littlest
D
less
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef jezelf een cijfer van 1-10 in hoeverre je dit hebt begrepen.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
