In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Weer en Klimaat
Weer en Klimaat
Slide 1 - Tekstslide
Doel
• 1 Ik weet hoe neerslag ontstaat,
Ik weet hoe het kan dat er verschillende typen neerslag kunnen vallen
• 2 Ik weet wat een hogedrukgebied is,
• Ik wat een lagedrukgebied is.
Slide 2 - Tekstslide
www.ntr.nl
Slide 3 - Link
Wat weten jullie al over het weer?
Slide 4 - Woordweb
Hebben de seizoenen iets te maken met het weer?
A
nee
B
misschien
C
ja
D
Euh... wat zijn seizoenen?
Slide 5 - Quizvraag
Het weer:
Je meet:
temperatuur
neerslag
wind
op 1 plaats
op 1 moment
kan elk moment veranderen
Slide 6 - Tekstslide
temperatuur
Slide 7 - Tekstslide
lichaamstemperatuur
temperatuur binnen of buiten
digitale lichaamstemperatuur
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Hoogteligging en temperatuur
hoe hoger hoe kouder
per 1000m -6 °C kouder
De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!
De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.
Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is wind?
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Video
Kust of binnenland -> verschil in temperatuur
Kaart NL
Temperatuur in juni
Kustgebieden: lagere temperatuur
Binnenland: hogere temperatuur
Waarom is er verschil?
aanlandige en aflandige wind
land warmt sneller op dan zeewater
aan de kust is het koeler
Slide 14 - Tekstslide
Zeewind = Aanlandige wind,
westenwind in NL
zeewater warmt langzaam op, de wind is koel. In de zomer is het daarom koeler aan zee.
zeewater koelt langzaam af, de wind brengt warme lucht. In de winter is het warmer aan zee.
Slide 15 - Tekstslide
Landwind = Aflandige wind
Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm.
In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.