samengestelde zin pv

Hoe schrijf je de pv in een samengestelde zin?
Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Hoe herken je een hoofd- en bijzin?

Hoe schrijf je de persoonsvorm? 
Hoe schrijf je de persoonsvorm in een samengestelde zin?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoe schrijf je de pv in een samengestelde zin?
Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Hoe herken je een hoofd- en bijzin?

Hoe schrijf je de persoonsvorm? 
Hoe schrijf je de persoonsvorm in een samengestelde zin?

Slide 1 - Tekstslide

Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?

Komend weekend ga ik met een vriendin naar Maastricht, want we gaan de mergelgrotten bezoeken.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 2 - Quizvraag

Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?

Dat meisje uit mijn straat zei dat de politie gisteravond de buurman had meegenomen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 3 - Quizvraag

Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn buurjongen zet de hele dag door allemaal verschillende liedjes op.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 4 - Quizvraag

Hoe herken je een samengestelde zin?

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn de persoonsvormen in deze zin?

Komend weekend ga ik met een vriendin naar Maastricht, want we gaan de mergelgrotten bezoeken.

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de onderwerpen in deze zin?

Komend weekend ga ik met een vriendin naar Maastricht, want we gaan de mergelgrotten bezoeken.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voegwoord in deze zin?

Komend weekend ga ik met een vriendin naar Maastricht, want we gaan de mergelgrotten bezoeken.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de juiste combinatie?

Komend weekend ga ik met een vriendin naar Maastricht, want we gaan de mergelgrotten bezoeken.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de persoonsvormen in deze zin?

Dat meisje uit mijn straat zei dat de politie gisteravond de buurman had meegenomen.

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn de onderwerpen in deze zin?

Dat meisje uit mijn straat zei dat de politie gisteravond de buurman had meegenomen.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het voegwoord in deze zin?

Dat meisje uit mijn straat zei dat de politie gisteravond de buurman had meegenomen.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de juiste combinatie?

Dat meisje uit mijn straat zei dat de politie gisteravond de buurman had meegenomen.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de enkelvoudige zin?

De meester ... (helpen) het jongetje elke dag met zijn sommetjes.
A
help
B
helpt
C
hielp

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vind je de persoonsvorm in een samengestelde zin?
1) Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?
2) Wat zijn de persoonsvormen?
3) In welke tijd staat de samengestelde zin?
4) Pas de regel(s) toe. 

Slide 16 - Tekstslide

Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?

Lisa ... (spelen) afgelopen weekend met de dames 1 mee, terwijl Simone de hele wedstrijd op de bank ... (moeten) zitten.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 17 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de enkelvoudige zin?

De meisjes ... (praten) gisteravond tot 01.00u aan de telefoon.
A
praten
B
praatte
C
praatten
D
spraken

Slide 18 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de enkelvoudige zin?

Kaatje ... (worden) vanavond door haar vader opgehaald.
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt

Slide 19 - Quizvraag

In welke tijd staat deze samengestelde zin?

Lisa ... (spelen) afgelopen weekend met de dames 1 mee, terwijl Simone de hele wedstrijd op de bank ... (moeten) zitten.
A
tt + tt
B
tt + vt
C
vt + tt
D
vt + vt

Slide 20 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvormen?

Lisa ... (spelen) afgelopen weekend met de dames 1 mee, terwijl Simone de hele wedstrijd op de bank ... (moeten) zitten.

Slide 21 - Open vraag

Is het een enkelvoudige of samengestelde zin?

Dat huis ... (worden) vandaag opgeleverd, maar het gezin ... (verhuizen) vorige maand al naar een tijdelijke andere woning.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 22 - Quizvraag

In welke tijd staat deze samengestelde zin?

Dat huis ... (worden) vandaag opgeleverd, maar het gezin ... (verhuizen) vorige maand al naar een tijdelijke andere woning.
A
tt + tt
B
tt + vt
C
vt + tt
D
vt + vt

Slide 23 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvormen?

Dat huis ... (worden) vandaag opgeleverd, maar het gezin ... (verhuizen) vorige maand al naar een tijdelijke andere woning.

Slide 24 - Open vraag

Hoe schrijf je de pv in een samengestelde zin?
Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Hoe herken je een hoofd- en bijzin?

Hoe schrijf je de persoonsvorm? 
Hoe schrijf je de persoonsvorm in een samengestelde zin?

Slide 25 - Tekstslide

Snap je hoe je de persoonsvorm moet schrijven in een samengestelde zin?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Aan het werk ...
H2 spelling (blz 59)
opdr. 2 + 4 + 5

Klaar?
Lezen in jouw leesboek!

Slide 27 - Tekstslide