Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
de futur proche
Bonjour et bienvenue
- Futur proche
- opdracht
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslide
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bonjour et bienvenue
- Futur proche
- opdracht
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Je vais
Ils/elles vont
Nous allons
On va
Vous allez
Il/elle va
Tu vas
Hij/zij gaat
Ik ga
Jullie gaan
U gaat
Wij gaan
Jij gaat
Men gaat, we gaan
Zij gaan
Slide 3 - Sleepvraag
vul zoveel mogelijk (hele) Franse werkwoorden in
Slide 4 - Woordweb
Zet in de futur proche:
je regarde une série.
A
je vas regarder une série.
B
je vais regarder une série.
C
je vais regarde une série
D
j'aller regarder une série.
Slide 5 - Quizvraag
Jij gaat kiezen =
Tu (choisir, futur proche)
Slide 6 - Open vraag
welke zin staat in de futur proche?
A
Monique et Pierre vont à Paris.
B
Monique et Pierre sont allés à Paris.
C
Monique et Pierre vont aller à Paris.
D
Monique et Pierre va aller à Paris.
Slide 7 - Quizvraag
Vertaal:
Jij gaat terugkeren
A
Je vais retourner
B
Tu vas retourner
C
Je vais retourne
D
Tu vas retourne
Slide 8 - Quizvraag
Welke zin staat niet in de futur proche?
A
Tu as mangé une pizza.
B
Tu vas manger une pizza.
C
Vous allez manger une pizza.
D
Nous allons manger une pizza.
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal:
Hij gaat stoppen
A
Elle va arrêter
B
Elles vont arrêter
C
Il va arrêter
D
Ils vont arrêter
Slide 10 - Quizvraag
Zij gaan wachten =
Ils (attendre, futur proche)
Slide 11 - Open vraag
Vertaal:
Jullie gaan verkopen
A
Je vais vendre
B
Tu vas vendre
C
Nous allons vendre
D
Vous allez vendre
Slide 12 - Quizvraag
Wij gaan werken =
Nous (travailler, futur proche)
Slide 13 - Open vraag
Welke zin staat NIET in de futur proche?
A
Je vais regarder un film.
B
Elle a écouté une chanson.
C
Il va voir son frère.
D
Ils vont aller à l école.
Slide 14 - Quizvraag
Welke zin staat NIET in de futur proche?
A
Thomas va à Paris.
B
Tu vas voyager en Italie.
C
Thomas va manger une pizza.
D
Tu vas avoir une boisson.
Slide 15 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
de futur proche
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
de futur proche
Januari 2021
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
de futur proche
Juni 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
3H Futur & futur proche
December 2020
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 3 - futur simple/proche
Januari 2021
- Les met
43 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 3 - futur simple/proche
Oktober 2022
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Futur proche + Futur simple (H2)
Juni 2020
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Mercredi 22 septembre
September 2021
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3