Herhalingsles hoofdstuk 3 (3.1 t/m 3.3)

Herhalingsles Ordenen 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Ordenen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.

  • Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen
Je kan voorwerpen en organismen indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Er zijn 4 grote groepen: de rijken

Celkenmerken
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieren
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planten
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmels
  • celkern
  • celwand 
  • bladgroenkorrels 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee delen we organisme in?
A
Levend
B
Prokaryoten
C
Kenmerken
D
Grootte

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een celwand, maar geen bladgroenkorrels.... Wie ben ik?
A
Plant
B
Bacterie
C
Dier
D
Schimmel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groep zonder celkern is?
A
Bacteriën
B
Planten
C
Dieren
D
Schimmels

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plant
Dier
Schimmel
Bacterie

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welk RIJK behoort de mens?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Gewervelden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?
A
celkern
B
celwand
C
zowel een celkern als een celwand
D
geen van beide

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

         Doelstelling:

- Je kunt de kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantencel
Plant 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk planten

Zaadplanten


Sporenplanten



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen de vaatplanten hem je de zaadplanten
(zoals de planten hierboven)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sporenplanten
Varens
Paardenstaart
Mossen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sporenplanten, voortplanting door sporen.
Mossen: sporendoosjes


Paardenstaarten: sporendoosje

Varens: sporenhoopjes

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben sporenplanten NIET?
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is een zaadplant?
A
Zonnebloem
B
Mos
C
Varen
D
Paardenstaart

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zaadplanten
sporenplanten
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.

Slide 25 - Sleepvraag

Test jezelf!
Welke is een sporenplant?
A
Roos
B
Varen
C
Tulp
D
Gras

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is een zaadplant?
A
Zonnebloem
B
Mos
C
Varen
D
Paardenstaart

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.

  • Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.

  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrie
Drie typen symmetrie






Tweezijdig
Veelzijdig
Niet symmetrisch

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skeletten van dieren 
  • Het skelet geeft het dier stevigheid en bescherming

  • Een skelet aan de buitenkant van het dier noem je uitwendig

  • Een skelet aan de binnenkant van het dier noem je inwendig 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling van dieren


  1. Sponzen
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen 
  6. Gewervelden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sponzen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neteldieren

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weekdieren

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stekelhuidigen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleedpotigen
Domein: eukaryoten
Rijk: dieren
Stam: geleedpotigen
Klasse: insecten, spinnen, 
kreeftachtigen en duizendpoten.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spin is veelzijdig
symmetrisch?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Insecten zijn
A
kreeftachtigen
B
spinachtigen
C
zespotigen
D
veelpotigen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sponzen
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Niet-symmetrisch met skelet
D
Niet-symmetrisch zonder skelet

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je een wants. Deze is:
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stekelhuidigen
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Niet-symmetrisch met skelet
D
Niet-symmetrisch zonder skelet

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk dier uit de afbeelding is een weekdier?
A
Dier 2.
B
Dier 3.
C
Dier 4.
D
Dier 5.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je een zeeanemoon. Een zeeanemoon behoort tot de neteldieren.

Op grond van welke kenmerken behoort een zeeanemoon tot de neteldieren?
A
Het dier is niet symmetrisch en heeft een inwendig skelet.
B
Het dier is tweezijdig symmetrisch en heeft een inwendig skelet.
C
Het dier is tweezijdig symmetrisch en heeft geen skelet.
D
Het dier is veelzijdig symmetrisch en heeft geen skelet.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies