P.13 Grammatica zinsdelen: bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Pak je leesboek. 

Verder vandaag:

Verder met Grammatica paragraaf 11

Grammatica zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling

Geeft antwoord op de volgende vragen: 

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Bijwoordelijke bepaling

We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de prullenbak: alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Bijwoordelijke bepaling

Benoem eerst de PV, 

gezegde, OW, LV, MV.

Je mag pas als laatste de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!

Bespreken huiswek

Opdracht 2 van Paragraaf 13.

We bespreken de opdrachten klassikaal. 

Pak je laptop

Ga naar LessonUp.app

Klik op: Code invoeren.

Voer in: rtnaa

Klik op registreer en maak een account aan.

doel van de les:

Ik weet wat een bwb is

Ik kan een bwb in de zin aanwijzen

Ik kan de pv, wg, ow, lv en mw in de zin aanwijzen

Bijwoordelijke bepaling

Geeft antwoord op de volgende vragen: 

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Bijwoordelijke bepaling

We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de prullenbak: alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Bijwoordelijke bepaling

Benoem eerst de PV, 

gezegde, OW, LV, MV.

Je mag pas als laatste de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!

Lees de volgende zin:

Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Bovenstaande zin gaan we samen ontleden.

Lees de volgende zin:

Ik ga vanavond een lied voor jou zingen.

Bovenstaande zin gaan we samen ontleden.

Lees de volgende zin:

Vlak voor de herfstvakantie gaan we naar Heino.

Bovenstaande zin gaan we samen ontleden.

even oefenen

Zoek bwb uit deze zin:
In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.

1. in al die jaren
2. hetzelfde uiterlijk
3. de auto
4. hetzelfde

Je wenst tijdens het kerstmenu iedereen
smakelijk eten.

Tijdens het kerstmenu=

1. ow
2. lv
3. mw
4. bwb

In een zin kan maar één BWB voorkomen

1. Waar
2. niet waar

Aan de slag

Open je boek op bladzijde 224.

Maak opdracht 1 met in twee- of drietallen. We bespreken deze over 8 minuten. 

Klaar? Begin met opdracht 2 en 3 (huiswerk).