Atomen en moleculen Quiz

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat is het symbool voor Kalium?

1. Ca
2. K
3. Ka
4. C

Welk element is geen metaal?

1. S
2. Mg
3. Fe
4. Ag

Welk van de volgende elementen is geen halogeen?

1. F
2. Cl
3. I
4. P

Wat is de juiste voorstelling van waterstof?

1. H2O
2. H2
3. H
4. H2O2

Wat is het symbool voor Koper?

1. K
2. C
3. Co
4. Cu

Welk element is Ag?

1. Goud
2. Argon
3. Zilver
4. Arseen

Welk van de volgende elementen is geen edelgas?

1. Argon
2. Broom
3. Neon
4. Helium

Wat is de wetenschappelijk naam voor zwavelzuur?

1. Waterstofchloride
2. Waterstofsulfaat
3. Natriumchloride
4. Calciumcarbonaat

Welk zuur is in ons maag aanwezig?

1. Zwavelzuur
2. Koolzuur
3. Broomzuur
4. Zoutzuur

Welk metaal wordt er gebruikt in thermometers?

1. Magnesium
2. Zink
3. Kwik
4. Chroom

Welk metaal wordt gebruikt in elektrische draden?

1. Cu
2. Ag
3. Au
4. Fe

Wat hoort niet thuis in het rijtje?

1. Keukenzout
2. NaCl
3. Natriumchloride
4. Zuiveringszout

Welk element is geen halogeen?

1. Fluor
2. Zuurstof
3. Chloor
4. Broom

Welk element heeft het symbool N?

1. Stikstof
2. Natrium
3. Neon
4. Tin

Waaruit is diamant opgebouwd?

1. C
2. Ag
3. Au
4. Zn

Wat hoort niet thuis in het rijtje?

1. Bijtende soda
2. NH3
3. Natriumhydroxide
4. NaOH

De groepen in het PSE zijn:

1. Verticaal
2. Horizontaal

Waarover geven de perioden in het PSE informatie?

1. Het aantal schillen
2. Het aantal valentie-elektronen

Hoeveel perioden heeft een periodiek systeem?

1. 18
2. 7
3. 118
4. 5

Welk halogeen wordt gebruikt in tandpasta?

1. Fluor
2. Broom
3. Chloor
4. Jood