6.2: Rechten van het parlement

MAATSCHAPPIJKUNDE 4kmask
Planning:
Herhaling vorige les
*Wat zijn verschillen tussen de Eerste en Tweede kamer?
10 min
Inleiding: 6.2: Rechten Parlement
15 min
Kern: Vragen over 6.2
15 min
Afsluiting
*Welke wetgevende rechten heeft het parlement?
*Wat is het verschil tussen recht van interpellatie en budgetrecht?
5 min


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

MAATSCHAPPIJKUNDE 4kmask
Planning:
Herhaling vorige les
*Wat zijn verschillen tussen de Eerste en Tweede kamer?
10 min
Inleiding: 6.2: Rechten Parlement
15 min
Kern: Vragen over 6.2
15 min
Afsluiting
*Welke wetgevende rechten heeft het parlement?
*Wat is het verschil tussen recht van interpellatie en budgetrecht?
5 min


Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige keer: Noem twee verschillen tussen de Eerste en Tweede kamer:

Slide 2 - Open vraag

Rechten van het Parlement

Wetgevende taak:

1. Stemrecht

2. Recht van initiatief

3. Recht van amendement

Slide 3 - Tekstslide

Stemrecht


Beide kamers stemmen over ieder wetsvoorstel dat wordt gemaakt, zij kunnen een wetsvoorstel aannemen of afwijzen

Slide 4 - Tekstslide

Recht van Initiatief

Tweede Kamerleden mogen zelf wetsvoorstellen indienen. 

Let op: dit doen ze niet zo vaak, er is veel kennis nodig voor het maken van een wetsvoorstel en... het is gigantisch veel werk!! 

Slide 5 - Tekstslide

Recht van amendement

Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen veranderen (wetswijziging). Stemt de meerderheid van de kamer hier mee in? Dan MOET de minister zich hier aan houden en de wet veranderen. 

(Wil hij dat niet? Dan moet de wet ingetrokken worden of ontslag nemen.) 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand?

Slide 7 - Tekstslide

Taken van het Parlement

Controlerende taak
1. Vragenrecht
2. Recht van Interpellatie
3. Recht van enquete
4. Budgetrecht
5. Recht van motie

Slide 8 - Tekstslide

Vragenrecht: ieder Kamerlid mag aan de minister of staatsecretaris mondelinge of schriftelijke vragen stellen. 

Slide 9 - Tekstslide

Recht van interpellatie: interpelleren betekent een minister ter verantwoording roepen. De Minister moet dan naar de Tweede Kamer komen om uitleg te geven over zijn beleid. 

Slide 10 - Tekstslide

Recht van enquête (recht van onderzoek): als in de Tweede Kamer vindt dat een bepaalde zaak tot op de bodem uitgezocht moet worden, kunnen ze daar een onderzoek naar doen. Dit gebeurt onder ede

Slide 11 - Tekstslide

Recht van motieHet parlement kan hiermee aangeven een minister 'af te keuren' of te 'wantrouwen'. Als de meerderheid zo'n motie steunt moet de minister weg.

2. Recht van motie


Het parlement kan hiermee aangeven een minister 'af te keuren' of te 'wantrouwen'. Als de meerderheid zo'n motie steunt moet de minister weg.

Slide 12 - Tekstslide

Budgetrecht: de Eerste en de Tweede Kamer hebben het recht om de jaarlijkse begroting van de minister wel of niet goed te keuren. 

Slide 13 - Tekstslide

Welk recht hoort bij de omschrijving?
Hieronder zie de twee taken van het Nederlandse parlement.  Welk recht hoort bij welke taak? (Gebruik ook blz. 18 van HO)
Omschrijving
Recht
Taak
Parlement kan onderzoek laten doen.
Parlement mag de minister om informatie vragen.
Ministers moeten vertellen waar ze belastinggeld aan besteden.
Tweede Kamerleden mogen een wetsvoorstel indienen.
Tweede Kamerleden mogen een wetsvoorstel wijzigen of aanvullen.
Recht van amendement
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van budget
Recht van enquête
Wetgevende taak
Controlerende taak

Slide 14 - Sleepvraag

Situatie: Iemand uit de Tweede kamer is het eens met een wetvoorstel waarin appen op de fiets verboden wordt, maar stelt een kleine wijziging voor.

Welk recht van het parlement herken je in deze situatie?
A
Recht van initiatief
B
Recht van amendement
C
Budgetrecht
D
Recht van interpellatie

Slide 15 - Quizvraag

Situatie: De Kamer is het niet eens voor de financiering van een nieuwe tunnel in Nederland.
Welk recht past het beste bij deze situatie? Leg je antwoord kort uit.

Slide 16 - Open vraag

Welk recht van het parlement herken je in deze tekst? (antwoorden in volgende dia)

Slide 17 - Tekstslide

(vorige dia) Welk recht van het parlement herken je in deze tekst?
A
Recht van motie
B
Recht van initiatief
C
Vragenrecht
D
Recht van amendement

Slide 18 - Quizvraag

Wat vonden jullie van deze werkvorm?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll