les 7 21-9-2023 w-vraagwoorden

Willkommen im Deutschunterricht
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen im Deutschunterricht

Slide 1 - Tekstslide

der Unterrichtsplan:

( de lesplanning)


- de getallen van 1 tot 100 in het Duits 

Grammatik D  

Aufgabe  12 und  14 korrigieren.


- uitleg das Fragewort ( w-vragen)

- Lektion 2 Aufg. 14 und 17 machen

- Lektion 3 Aufg. 1 bis einschl. 3 machen. 











Slide 2 - Tekstslide

die Lernziele:



- du kennst die Zahlen 1 bis 100.

- du kennst die W-Fragewörter und ihre Bedeutung. 



Slide 3 - Tekstslide



die Hausaufgaben korrigieren: Kapitel 1 Lektion 2 Aufg. 12 und 13 korrigieren



                         



Slide 4 - Tekstslide

Het werkwoord sein.  
timer
1:00
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 5 - Sleepvraag

timer
1:00
ich
du
er
wir
ihr
sie /
Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
haben

Slide 6 - Sleepvraag

Du (sein)
timer
0:10
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 7 - Quizvraag

ik heb
timer
0:10
A
ich hat
B
ich haben
C
ich habe
D
ich habt

Slide 8 - Quizvraag

jullie hebben
timer
0:10
A
ihr habt
B
ihr haben
C
ihr habe
D
ihr hat

Slide 9 - Quizvraag

wir (sein)
timer
0:10
A
seien
B
sind
C
sein

Slide 10 - Quizvraag

sein: ihr
timer
0:10
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 11 - Quizvraag

jij hebt
timer
0:10
A
du hast
B
du haben
C
du habe
D
du habt

Slide 12 - Quizvraag

1

Slide 13 - Open vraag

5

Slide 14 - Open vraag

23

Slide 15 - Open vraag

30

Slide 16 - Open vraag

100

Slide 17 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Achtet auf
eins
sechzehn
siebzehn

Warum?

Slide 20 - Tekstslide


21= einundzwanzig
30= dreißig [draisig]
40= vierzig [fiertsig]
50= fünfzig [fuunftsig]
60= sechzig [zegtsig]
70= siebzig [ziebtsig]
80= achtzig [achtsig]
90= neunzig [nointsig]
100= hundert [hoendert]


31 = einunddreißig
32 = zweiunddreißig
33= dreiunddreißig
34= vierunddreißig
35 = fünfunddreißig

75= fünfundsiebzig
89= neunundachtzig



die Zahlen 21-100

Slide 21 - Tekstslide

Zahlen- Bingo

Slide 22 - Tekstslide

                    Fragewörter
                                       wir üben!

Slide 23 - Tekstslide

Welke Nederlandse vraagwoorden ken je ?

Slide 24 - Woordweb

Fragewörter
Kenmerkend:

  • Vraagwoorden staan aan het begin van de een vraagzin.
  • Ze beginnen met  de letter W.
NL
DE
Zoek in de tekst op blz. 73 W-vraagwoorden en vul de vraagwoorden in en vertaal.
Daarna zoek je op blz. 20 de andere W-vraagwoorden en vul het schema aan. 
NL
DE

Slide 25 - Tekstslide

Fragewörter
Kenmerkend:

  • Vraagwoorden staan aan het begin van de zin.

  • Ze beginnen met  de letter W.
NL
DE
waarom
warum
wat
was
wie
wer
hoe
wie
waar
wo
waar ... vandaan
woher
Dit zijn de antwoorden. ....
NL
DE
welk
welch
hoeveel
wieviel
wanneer
wann
waarheen
wohin
waarom
weshalb
waar ... vandaan
woher

Slide 26 - Tekstslide

Wie
Wat
Waar vandaan
Hoe
Waar
Waarom
wer
wo
wie
was
woher
Warum

Slide 27 - Sleepvraag

timer
1:00
.... heißt du?
..... ist deine Telefonnummer?
.... bleibst du nicht?
.... bist du?
..... wohnst du?

Wo

Warum

Was

Wie

Wer

Slide 28 - Sleepvraag

Macht jetzt: 

* Lektion 2 Aufg. 14 und 17.

* Lektion 3 Aufg. 1 bis einschl. 3 



Slide 29 - Tekstslide



                                                             

                               Hausaufgaben:  Lektion 2 Aufg. 14 und                                 17.

                              Lektion 3 Aufg. 1 bis einschl. 3 

                              Tschüss

Slide 30 - Tekstslide