H8 Atomen en straling par 8.2 en 8.3

H8 Atomen en straling par 8.2 en 8.3
Radioactief verval en straling gebruiken
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H8 Atomen en straling par 8.2 en 8.3
Radioactief verval en straling gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Regels in de klas:

  • Telefoon in de bak
  • Op je plek blijven zitten
  • Aan het werk als je moet werken
  • Werken met potlood
  • Neem je rekenmachine altijd mee

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet de les eruit


  • Herhaling atomen
  • bespreken halfwaarde en verschillende soorten straling
  • Huiswerk nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt het verschil tussen ioniseerd straling en niet-ioniseerd straling uitleggen 
  2. Je kunt beschrijven hoe de activiteit van een radioactief voorwerp geleidelijk afneemt en wat de halfwaarde is
  3. Je kunt drie soorten stralingen en hun toepassingen benoemen
  4. Je kan uitleggen waarom gammastralen de beste keuze is voor bestraling van buitenaf en waarvoor het nog meer wordt gebruikt 
  5. Je kunt uitleggen hoe een rontgenfoto wordt gemaakt en wat je op de foto kan zien.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Er zijn stabiel en instabiele atoomkernen

Instabiele atoomkernen vallen spontaan uit elkaar

Slide 6 - Tekstslide

koolstof atoom

Slide 7 - Tekstslide

koolstof 14 kern is instabiel en valt spontaan uit elkaar

Slide 8 - Tekstslide

koolstof 14 kern is instabiel en valt spontaan uit elkaar.
Er gaat 1 neutron weg en er komt 1 proton bij en er 

Slide 9 - Tekstslide

koolstof 14 kern is instabiel en valt spontaan uit elkaar.
Er gaat 1 neutron weg en er komt 1 proton bij en een elektron 

Slide 10 - Tekstslide

In een radioactieve stof vallen er voortdurend kernen uit elkaar, dit is de radioactieve activiteit.

Slide 11 - Tekstslide

In een radioactieve stof vallen er voortdurend kernen uit elkaar, dit is de radioactieve activiteit.

De activiteit wordt gemeten in Becquerel (Bq)

Slide 12 - Tekstslide

In een radioactieve stof vallen er voortdurend kernen uit elkaar, dit is de radioactieve activiteit.

De activiteit wordt gemeten in Becquerel (Bq)

Becquerel geeft het aantal kernen welke per seconde uit elkaar vallen

Slide 13 - Tekstslide

In een radioactieve stof vallen er voortdurend kernen uit elkaar, dit is de radioactieve activiteit.

De activiteit wordt gemeten in Becquerel (Bq)

Becquerel geeft het aantal kernen welke per seconde uit elkaar vallen

100Bq betekent dat er in 1 seconde 100 kernen uit elkaar vallen

Slide 14 - Tekstslide

Straling kan je niet horen, ruiken of voelen. Je kan het meten met een geigerteller.

Slide 15 - Tekstslide

Straling kan je niet horen, ruiken of voelen. Je kan het meten met een geigerteller.

Wanneer de geigerteller straling opvangt maakt het een klikgeluid. Hoe meer klikken hoe meer straling het apparaat opvangt. 

Slide 16 - Tekstslide

Als je een tijdje de straling van een radioactieve stof meet, merk je dat na een tijdje de hoeveelheid straling minder word.

Slide 17 - Tekstslide

Als je een tijdje de straling van een radioactieve stof meet, merk je dat na een tijdje de hoeveelheid straling minder word.

Dit is omdat er steeds minder kernen over blijven die nog uit elkaar moeten vallen. 

Slide 18 - Tekstslide

Als je een tijdje de straling van een radioactieve stof meet, merk je dat na een tijdje de hoeveelheid straling minder word.

Dit is omdat er steeds minder kernen over blijven die nog uit elkaar moeten vallen. 

Het moment dat de helft van de kernen van een radioactieve stof uit elkaar zijn gevallen noemen wij de halfwaardetijd of halveringstijd. 

Slide 19 - Tekstslide

Of een stof radioactief is, kun je vinden in BINAS tabel 32.


Slide 20 - Tekstslide

Of een stof radioactief is, kun je vinden in BINAS tabel 32.

Staat er een halfwaardetijd genoemd dan valt deze stof dus uit elkaar en is dus instabiel en radioactief. 


Slide 21 - Tekstslide

Of een stof radioactief is, kun je vinden in BINAS tabel 32.

Staat er een halfwaardetijd genoemd dan valt deze stof dus uit elkaar en is dus instabiel en radioactief. 

Staat er bij de halfwaardetijd een streepje, dan is de stof stabiel (valt niet uit elkaar en is niet radioactief).

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Na hoeveel dagen is de halfwaardetijd van jood bereikt?

Slide 24 - Tekstslide

Na hoeveel dagen is de halfwaardetijd van jood bereikt?

8 dagen. 

Slide 25 - Tekstslide

Hoe groot is de halfwaardetijd van de radioactieve stof waarvan het verval in de grafiek is weergegeven?

Slide 26 - Tekstslide

Hoe groot is de halfwaardetijd van de radioactieve stof waarvan het verval in de grafiek is weergegeven?

De halfwaardetijd is 15 seconde

Slide 27 - Tekstslide

3 soorten ioniserende straling

Slide 28 - Tekstslide

3 soorten ioniserende straling

Slide 29 - Tekstslide

3 soorten ioniserende straling

Slide 30 - Tekstslide

3 soorten ioniserende straling

Slide 31 - Tekstslide

3 soorten ioniserende straling

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Röntgenstraling

Slide 34 - Tekstslide

Röntgenstraling

Slide 35 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt het verschil tussen ioniseerd straling en niet-ioniseerd straling uitleggen 
  2. Je kunt beschrijven hoe de activiteit van een radioactief voorwerp geleidelijk afneemt en wat de halfwaarde is
  3. Je kunt drie soorten stralingen en hun toepassingen benoemen
  4. Je kan uitleggen waarom gammastralen de beste keuze is voor bestraling van buitenaf en waarvoor het nog meer wordt gebruikt 
  5. Je kunt uitleggen hoe een rontgenfoto wordt gemaakt en wat je op de foto kan zien.

Slide 36 - Tekstslide

Hoe was je inzet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Hoe voelt de juf zich na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll