Hoofdletters, aan elkaar of los, werkwoorden

Terugblik oefentoets taalverzorging
- Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken;
- Ik weet wanneer ik woorden los of aan elkaar moet schrijven;
- Ik kan werkwoorden op de juiste manier spellen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Terugblik oefentoets taalverzorging
- Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken;
- Ik weet wanneer ik woorden los of aan elkaar moet schrijven;
- Ik kan werkwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters

Slide 2 - Tekstslide


Neem de volgende zin over. Gebruik leestekens.
op vrijdag koopt kees altijd een banaan bij de aldi

Slide 3 - Open vraag


Neem de volgende zin over. Gebruik leestekens.
in de zomer is er elke donderdag in juli een franse markt 
op het kerkplein

Slide 4 - Open vraag

Meer oefenen met hoofdletters?
Maak de opdrachten van H1 - hoofdletters en leestekens

Slide 5 - Tekstslide

Aan elkaar of los

Slide 6 - Tekstslide


Neem de zin over, maar plak nu de woorden aan elkaar die aan elkaar horen. Denk ook aan de leestekens en hoofdletters.

weet jij misschien wie het kamp vuur heeft aan gestoken



Slide 7 - Open vraag


Neem de zin over, maar plak nu de woorden aan elkaar die aan elkaar horen. Denk ook aan de leestekens en hoofdletters.

ik zou wel elke week een zak geld als zak geld willen krijgen



Slide 8 - Open vraag


Neem de zin over. Denk ook aan hoofdletters en leestekens.

de rol stoel in de hal van het zieken huis is bedoeld voor patiënten vervoer

Slide 9 - Open vraag

Mogen die glazen in de vaatwasser? Ja, die mogen ... .
A
er in
B
erin

Slide 10 - Quizvraag

Liggen de honden onder tafel? Ja, ze liggen ... .
A
er onder
B
eronder

Slide 11 - Quizvraag

Meer oefenen met aan elkaar of los?
Maak de opdrachten van H2: aan elkaar of los.

Slide 12 - Tekstslide

werkwoordspelling

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Dus, de regels van 't ex-fokschaap ... bij een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
A
gebruik je
B
gebruik je nooit

Slide 15 - Quizvraag

pvtt

Slide 16 - Woordweb

Omdat mijn broer zijn afspraken nooit ..., schrijft hij ze op in zijn agenda.
A
onthoud
B
onthoudt

Slide 17 - Quizvraag

Mijn moeder gelooft niet dat de verzekering de schade ... .
A
vergoed
B
vergoedt

Slide 18 - Quizvraag

Ik ga vol vertrouwen de toets van Nederlands maken.
Zeker weten
Ik twijfel veel
niet

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Tekstslide